plik


- Fout met CE-toets bevestigen - Fout benadeeld de besturingsfuncties niet. - Servicedienst leverancier benaderen. - Machine stil zetten en af laten koelen. - Met minder vermogen verder werken (aanzet verlagen) - Met minder vermogen verder werken (aanzet verminderen) - Servicedienst leverancier benaderen - Motor controleren - Bedrading controleren. - Probeer de omvormer opnieuw te starten. Als de fout zich herhaald: - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading (hoofdzekering) - Controleer het PLC-programma - Verwissel de omvormer (voedingseenheid) - Neem contact op met uw klantenservice - Onderbreking van de voedingsspanning bij de voedingseenheid - Te hoog opgenomen vermogen van de assen->activeer de vermogensbegrenzing van de spil - Controleer MP2192 - Servicedienst leverancier benaderen - Machine-parameters controleren (afremmen spil) - Eventueel remweerstand controleren. - Voedingseenheid verwisselen. - Neem contact op met uw servicedienst - Onderbreking van de voedingsspanning bij de voedingseenheid - Te hoog opgenomen vermogen van de assen->activeer de vermogensbegrenzing van de spil - Controleer MP2192 - Benader servicedienst leverancier - Software versie controleren - Benader servicedienst leverancier - Machineparameter 7600.x controleren - Print van de regelaar verwisselen. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motorrem aansturing controleren. - Motor verwisselen. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine paramater (pad voor getal van de signaalperiode, getal van de signaalperiode) controleren - Machine parameter (afstand bij één motorrotatie) controleren - Bij lineaire motor: Motortabel (kolom STR) controleren - Controleer de aansluiting van het toerental meetsysteem - Controleer de motor aansluiting. - Ontgrendel de rem bij de oriëntatie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine paramater (pad voor getal van de signaalperiode, getal van de signaalperiode) controleren - Machine parameter (afstand bij één motorrotatie) controleren - Bij lineaire motor: Motortabel (kolom STR) controleren - Controleer de aansluiting van het toerental meetsysteem - Controleer de motor aansluiting. - Ontgrendel de rem bij de oriëntatie. - Melding met CE bevestigen. - Controleer afstelling stroomregelaar - Neem contact op met uw servicedienst - Controleer motortabel, vermogenseenheidstabel en machineparameters - Controleer het systeem op kortsluiting - As voor het uitschakelen naar een veilige positie verplaatsen - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansturing van de motorrem - Verwissel de motor - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading van de motor en de omvormer - Controleer de omvormer - Controleer de motor - PLC-programma controleren en eventueel wijzigen - MP10 controleren (mag niet op nul worden ingesteld, zolang de as ingeschakeld is) - Neem contact op met uw servicedienst - Bericht met CE bevestigen. - PLC programma controleren. - Servicedienst leverancier benaderen - Software versie controleren. - Reduceer de belasting of de tijd. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motortabel, voedingsdeel-tabel en machine parameter controleren. - Controleren of motor en voedingsdeel voor de belasting geschikt zijn. - Reduceer de belasting van de aandrijving - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motortabel, voedingsdeel-tabel en machine parameter controleren. - Controleren of motor en voedingsdeel voor de belasting geschikt zijn. - Controleer afstelling stroomregelaar - Neem contact op met uw servicedienst - Controleer motortabel, vermogenseenheidstabel en machineparameters - Controleer het systeem op kortsluiting - Reduceer de belasting of de tijdsduur - Motortabel en machine parameters controleren - Controleer of de motor voor de belasting ontworpen is - Benader de servicedienst van de leverancier - Reduceer de belasting of de tijdsduur - Vermogensdeel en machine parameters controleren - Controleer of het vermogensdeel voor de belasting ontworpen is - Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. - PLC programma controleren. - Controleer de bedrading van de omvormer. - Benader de servicedienst van de leverancier. - PLC programma controleren. - Controleer de bedrading van de omvormer. - Benader de servicedienst van de leverancier. - PLC programma controleren. - Controleer de bedrading van de omvormer. - Benader de servicedienst van de leverancier. - PLC programma controleren. - Controleer de bedrading van de omvormer. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Ingave in MP2254.x controleren - Evt. in Modus "Instelling stroomregelaar" de veldhoek bepalen (Softkey "FIELD ORIENT." intoetsen) Opgelet: Motor moet vrij kunnen draaien (geen inklemming, zwevende assen, geen mechanische beperkingen). - Ingave "Type meetsysteem" in de motor-tabel resp. MP2206.x controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Evt. in Modus "Instelling stroomregelaar" de veldhoek bepalen (Softkey "FIELD ORIENT." intoetsen) - Ingave "Type meetsysteem" in de motor-tabel resp. MP2206.x controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de softwareversie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de softwareversie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de signalen van het meetinstrument. - Controleer de afscherming. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de signalen van het meetinstrument. - Controleer de afscherming. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer het PLC-programma (meest voorkomende oorzaak). - Benader de servicedienst van de leverancier - Om de compensatie te deactiveren; ingave in MP2260.x wissen - Benader de servicedienst van de leverancier - Compensatie parameters opnieuw vastleggen met TNCopt onder Optimalisatie/Koppel Golf Compensatie - Om de compensatie te deactiveren; ingave in MP2260.x wissen - Benader de servicedienst van de leverancier - Compensatie parameters opnieuw vastleggen met TNCopt onder Optimalisatie/Koppel Golf Compensatie - Om de compensatie te deactiveren; ingave in MP2260.x wissen - Neem contact op met uw servicedienst - N-MAX in motortabel controleren - MP 1010, MP 1054 controleren - Machinenparameters voor spiltoerental controleren - Kolom STR in motortabel en MP3142 controleren - MP2200.x controleren - Neem contact op met uw servicedienst - MP7610 controleren - MP2180 controleren - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading van de stroomvoorziening. - Controleer de stroomvoorziening. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading van de stroomvoorziening. - Controleer de stroomvoorziening. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading van het nood uit circuit. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de aansluiting van de steker aan X150/X151 - Controleer de bedrading van X150/X151 - Controleer MP2040.x - Benader de servicedienst van de leverancier. - Ready-LED van de omvormer controleren - Controleer de bedrading van de omvormer - Bij interface printplaten van Siemens omvormers is de tweede as niet vrijgegeven. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de ingaven van de motor tabel (meetinstrument) - Indien noodzakelijk, bepaling veldhoek doorvoeren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer het PLC programma. - Nood-uit indrukken en weer opheffen. - Stuurspanning inschakelen - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading van de nood-uit - Benader de servicedienst van de leverancier. - Veiligheids module is alleen met CC verbonden: - Externe vrijgave aandrijving over de corresponderende ingang aan de veiligheids module schakelen(24 V gebruiken) - Veiligheids modules zijn zijn met CC en MC verbonden: - Alle aandrijvingen: - Controleer de werking van de veiligheidsdeur contact. - Nood-uit opheffen - Alleen spil aandrijving: - Controleer de gereedschap houder (sluiten) - Controleer de bevestigings toets - Controleer de positie van de sleutel schakelaar - Veiligheids module(n) verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de software versie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Positie-meetsysteem verwisselen - Meetsysteem-kabel controleren - Motor-besturingsplaat verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de DIR ingave in de motortabel. - Controleer de vermogensaansluiting van de motor. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine paramater (pad voor getal van de signaalperiode, getal van de signaalperiode) controleren - Machine parameter (afstand bij één motorrotatie) controleren - Bij lineaire motor: Motortabel (kolom STR) controleren - Controleer de aansluiting van het toerental meetsysteem - Controleer de motor aansluiting. - Ontgrendel de rem bij de oriëntatie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine paramater (pad voor getal van de signaalperiode, getal van de signaalperiode) controleren - Machine parameter (afstand bij één motorrotatie) controleren - Bij lineaire motor: Motortabel (kolom STR) controleren - Controleer de aansluiting van het toerental meetsysteem - Controleer de motor aansluiting. - Ontgrendel de rem bij de oriëntatie. - Motor af laten koelen - Benader de servicedienst van de leverancier - Kabel impulsgever controleren - Ingave in motortabel controleren - Temperatuur sensor nameten (576 [Ohm] bij 20 [°C] 1000 [Ohm] bij 100 [°C]) - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansturing en de bedrading van de puls vrijgave - Controleer Uz - Controleer het nood- uit circuit - Bij een niet-regeneratief systeem: Is de rem weerstand aangesloten? - Bij een regeneratief systeem: Is de energie terugwinning geactiveerd? - Controleer de aarding en de afscherming van de kabel - Verwissel het vermogensdeel - Bij SIEMENS omvormer systeem: verwissel de interface kaart - Verwissel de printplaat van de besturing. - Benader servicedienst leverancier - Aansturing en bekabeling voor impuls-vrijgave controleren - Uz controleren - Bij niet-energie terugwinnende voedingseenheid: Remweerstand aangesloten ? - Bij energie terugwinnende voedingseenheid : Energie-terugwinning geactiveerd ? - Aarding en afscherming kabel controleren - Voedingseenheid verwisselen - Bij P-besturingen : Interface-kaart verwisselen - Print van de motor-regelaar verwisselen - Laat de omvormer afkoelen - Neem contact op met de servicedienst - Controleer afstelling stroomregelaar - Controleer motoraansluiting op kortsluiting - Controleer motor op wikkelingssluiting - Vervang vermogenseenheid - Benader de servicedienst van de leverancier. - Externe vrijgavesignalen (NOOD-UIT, PFAIL, NO) controleren. - PLC programma controleren. - Externe bedrading controleren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Externe vrijgavesignalen (NOOD-UIT, PFAIL, NO) controleren. - PLC programma controleren. - Externe bedrading controleren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motortype in motortabel controleren - Streepgetal = 0 bij UASM (uf bedrijf) controleren - Impulsgever type = 0 bij UASM (uf bedrijf) controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de ingave in de motor tabel. - Controleer de signalen van de toerental- resp. de snelheidsmeter (PWM 8) - Controleer de kabel van het meetgereedschap op onderbrekingen resp. op kortsluiting tijdens mechanische belasting (knikken, strekken etc.) - Controleer de afscherming en de aansluiting van de afscherming van de kabel van het meetgereedschap. - Verwissel de kabel van het meetgereedschap. - Verwissel de motor. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading - Test de temperatuursensor - Deselecteer de controle op de te lage temperatuur met MP2220 bit 5 - Meetsysteem ingangs- printplaat verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier - Juiste motor en vermogenseenheid geselecteerd ? - IJking stroomregelaar controleren - Motor en motorkabel op kortsluiting controleren - Vermogenseenheid of print van de regelaar verwisselen - Bewerkingsaanzet verminderen, toerental verhogen. - Alle mogelijke trillingsbronnen elimineren - Als de fout vaak optreedt: servicedienst leverancier benaderen. - servicedienst leverancier benaderen - MP1060.x controleren. - Motorstroom mag tijdens de versnelling niet begrensd zijn. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingave in de motor tabel of MP2206.x. - Controleer de ingave in MP334.x. - Controleer of het referentie signaal wordt gestoord. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de signalen van het meetsysteem. - Controleer de afscherming. - Controleer aansluiting van motorimpulsgever - Controleer functie van motorimpulsgever - Controleer amplitude van motorimpulsgever. - Neem contact op met de klantenservice - Controleer aansluiting van motorimpulsgever - Controleer motorimpulsgever - Neem contact op met de klantenservice - Neem contact op met de klantenservice - Controleer de aansluiting van de positiesensor - Controleer de werking van de positiesensor - Controleer de amplitude van de positiesensor - Controleer aansluiting van positiesensor - Controleer positiesensor - Neem contact op met de klantenservice - Controleer aansluiting van motorimpulsgever - Controleer motorimpulsgever - Neem contact op met de klantenservice - Controleer aansluiting van positiesensor - Controleer positiesensor - Neem contact op met de klantenservice - Controleer signalen van meetsysteem - Controleer de afscherming - Neem contact op met de klantenservice - Controleer signalen van meetsysteem - Controleer de afscherming - Neem contact op met de klantenservice - Controleer aansluiting van motorimpulsgever (massa-aansluiting) - Controleer motorimpulsgever - Neem contact op met de klantenservice - Controleer aansluiting van meetsysteem (massa-aansluiting) - Controleer meetsysteem - Neem contact op met de klantenservice - Controleer invoer in motortabel - Controleer signalen van toerental- of snelheidsmeetsysteem (PWM 8) - Controleer kabels van meetsysteem op onderbreking of kortsluiting onder mechanische belasting (knikken, rekken, etc.) - Controleer afscherming en aansluiting van scherm in kabel van meetsysteem - Vervang kabel van meetsysteem - Vervang motor - Neem contact op met de klantenservice. - Benader de servicedienst van de leverancier - Software versie controleren - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie. - Veiligheidsdeur(en) tijdens remtest gesloten laten - Tijdens remtest ervoor zorgen dat de aandrijving gereed is - Veiligheidsdeur(en) tijdens remleidingtest gesloten laten - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de instelling van de werkstand schakelaars. - Controleer de status van de schakelaar voor de veiligheidsdeuren. - Controleer de bedrading. - Sleutelschakelaar 1 in werkstand automatisch (BA1) zetten - Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Werkstand met MP561 vrijgeven. - Wacht totdat alle assen stil staan en aansluitend maar 1 as starten. - Foutmelding met CE bevestigen - Machine inschakelen - Benader servicedienst leverancier - Softwareversie controleren - Controleer softwareversie - Neem contact op met de klantenservice - Controleer bedrading - Controleer noodstopknop - Vervang hardware - Controleer softwareversie - Neem contact op met de klantenservice - Controleer bedrading - Controleer deurcontacten, sleutelschakelaars - Vervang hardware - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de parameter instelling MP650 - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de parameter instelling MP650 - Voeding en toerental voor het openen van de veiligheidsdeuren reduceren. - Controleer de werkstand (instelling van de sleutelschakelaars) - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de parameter waarden: MP540.x/MP541: Werkstand BA3/BA4 MP552.x/MP551: Speciale werkstand MP590.x/MP591: Werkstand BA2 - Controleer de werkstand (stand van de sleutelschakelaar) - Controleer de bedrading van de ingangen van de personenbeveiligingsmodule. - Controleer de parameterwaarden: MP540.x/MP541: werkstand BA3/BA4 MP552.x/MP551: speciale werkstand MP590.x/MP591: werkstand BA2 MP 3210.x: motoromwentelingen bij nominaal toerental MP 3510.x: nominaal toerental voor standen spil/toerenbereik - Neem contact op met de klantenservice - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de aandrijving. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer MP1054.x (verplaatsing bij een motor rotatie) - Controleer de aantastcyclus - Sluit de veiligheidsdeuren. - Benader de servicedienst van de leverancier - Verhelp de aandrijffout - Sluit de veiligheidsdeur(en) - Controleer de parameterinstelling (of wijzig deze eventueel) - Neem contact op met de klantenservice - Verplaats de aandrijving uit het positieve eindschakelaarbereik - Controleer parameters voor eindschakelaarbereiken (of wijzig deze eventueel) - Verplaats de aandrijving uit het negatieve eindschakelaarbereik - Controleer parameters voor eindschakelaarbereiken (of wijzig deze eventueel) - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van de impulsgever (massa- aansluiting) - Impulsgever controleren - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van de impulsgever - Controleer de impulsgever - Controleer de amplitude van het meetsysteem signaal - Benader de servicedienst van de leverancier. - Aansluiting van de impulsgever controleren (aarde). - Impulsgever controleren. - Ingangsfrequentie van meetsysteemsignaal controleren. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van het meetinstrument (aarde aansluitingen) - Controleer het meetinstrument - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de positiemeter aansluiting - Controleer de positiemeter - Controleer de amplitude van het positiemeter signaal - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van het meetinstrument (aarde aansluitingen) - Controleer het meetinstrument - Controleer de ingangsfrequentie van het meetinstrument signaal - Controleer parameter voor uitvoering van een remtest - Neem contact op met de klantenservice - Controleer parameter voor uitvoering van een remleidingtest - Neem contact op met de klantenservice - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer bedrading X65, X66 (,X67) - Veiligheidsmodule verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier. - Meet de voedingsspanning Vcc(x) - Vcc(+5 V) < +4,75 V controleer de meetsysteem aansluitingen - Vcc(+5 V) > +5,50 V verwissel de voedingseenheid - Vcc(+15 V) < +14,25 V verwissel de voedingseenheid - Vcc(+15 V) > +16,50 V verwissel de voedingseenheid - Vcc(-15 V) < -14,25 V verwissel de voedingseenheid - Vcc(-15 V) > -16,50 V verwissel de voedingseenheid - Controleer de ventilatie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de softwareversie. - Benader servicedienst leverancier - Software versie controleren - Benader servicedienst leverancier - Softwareversie controleren - Benader de servicedienst van de leverancier- Inform your service agency - Verwissel de printplaat van de besturing of het moederbord. - Controleer de software versie - Schakel de machine uit - Schakel de machine aan - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aarding - Neem contact op met uw servicedienst - NC-softwareversie controleren - NC-software-update uitvoeren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Softwareversie controleren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Softwareversie controleren. - Netspanning controleren - Benader servicedienst leverancier - Omvormer controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Softwareversie controleren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Softwareversie controleren. - Benader servicedienst leverancier - Softwareversie controleren - Benader servicedienst leverancier - Print van de regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Softwareversie controleren - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader servicedienst leverancier - Software versie controleren - Print van de regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Controleer softwareversie - Print van de regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Softwareversie controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Verwissel de besturingskaart. - Benader servicedienst leverancier - Software versie controleren - Benader servicedienst leverancier - Machineparameter 7600.0 controleren - Print van de regelaar verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier - MP2180 controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Verhouding tussen interpolatorklok en PWM-frequentie wijzigen. - Voor mogelijke verhoudingen zie gebruikershandboek. - Besturing opnieuw starten. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Definieer de regelkring aan X51 of X52 als "single speed," of deactiveer de PWM uitgang X53 of X54 - Definieer de regelkring aan X55 of X56 als "single speed," of deactiveer de PWM uitgang X57 of X58 (alleen CC 4xx met 8 regelkringen) - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer MP2180.x en MP2182.x - Gebruik een double-speed regelkring in plaats van een single-speed regelkring - Benader de servicedienst van de leverancier. - Wijzig de as toewijzing. - Controleer de softwareversie en laad deze eventueel nieuw - Neem contact op met uw servicedienst - Neem contact op met uw servicedienst - Controleer de softwareversie en laad deze eventueel nieuw - Benader de servicedienst van de leverancier. - MP2200.x en motortabel controleren. - Software versie controleren. - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Motortabel controleren - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel (aantal) - Controleer motor - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Motortabel controleren - Benader servicedienst leverancier - Controleer tabel vermogenseenheid - Benader servicedienst leverancier - Controleer tabel vermogenseenheid - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Controleer tabel vermogenseenheid - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Controleer motortabel - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave MP2340.x / MP2350.x - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave in MP2190 - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave in MP112.x / MP113.x - Controleer softwareversie - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave in MP120.x / MP121.x - Controleer software versie - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave in MP2540.x, MP2541, MP2550.x en MP2551 - Controleer software versie - Besturing opnieuw opstarten. - Besturing opnieuw opstarten - Besturing opnieuw opstarten - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van de impulsgever - Controleer de impulsgever - Controleer de amplitude van het meetsysteem signaal - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de aansluiting van de impulsgever - Controleer de impulsgever - Controleer de amplitude van het meetsysteem signaal - Laat motor afkoelen - Benader servicedienst leverancier - Controleer kabel motorimpulsgever - Controleer ingave in motortabel - Temperatuursensor doormeten (2000 [Ohms] bij 25 [°C]) - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de softwareversie - Motor aan andere ingang meetsysteem koppelen - Print van de regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Controleer stuursignalen en bekabeling voor impuls-vrijgave - Controleer Uz - Voor niet-energie terugwinnende vermogenseenheid : Remweerstand aangesloten ? - Voor energie terugwinnende vermogenseenheid : Energie-terugwinning geactiveerd ? - Controleer aarding en afscherming kabel - Verwissel vermogenseenheid - Bij P-besturingen : Interface-kaart verwisselen - Print van de motor-regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Motorimpulsgever en voedingen controleren - Print van de regelaar verwisselen - Motorbekabeling controleren - Benader servicedienst leverancier - Controleer motor en kabel motorimpulsgever - Controleer ingave motortabel - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Printplaat besturing omwisselen - Benader servicedienst leverancier - Controleer motorkeuze (MP2200) - Controleer bekabeling motorimpulsgever (aarding) - Motor verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer omvormer. - Controleer motor en bekabeling. - Controleer de machine parameters. - Controleer het I2t monitorsysteem (MP2302.x). - Benader servicedienst leverancier - Juiste motor en juiste vermogenseenheid geselecteerd ? - Controleer ijking stroomregelaar - Controleer motor en motorkabels op kortsluiting - Vermogenseenheid of print van de regelaar verwisselen - Benader servicedienst leverancier - Verwissel print van de regelaar - Benader servicedienst leverancier - Controleer ingave in motortabel - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de motor tabel (SYS kolom) - Motor besturingsplaat verwisselen - Controleer de bekabeling (vergelijk het ID-nummer van de kabel met de documentatie) - Controleer de kabel van het toerental meettoestel (defect of te lang) - Controleer het toerental meettoestel - Controleer de aarding en de afscherming van de kabel - Controleer machine parameter MP2206.x - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine parameters (afstand bij één motoromwenteling, pad voor het getal van de signaalperiode)controleren - Controleer de motortabel (kolom TYPE, STR) - Controleer het toerental-meetsysteem. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motor verwisselen. - Controleer de toerental-meetsysteem-kabel. - Verwissel de motor besturingsprintplaat. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ijking van de assen - Controleer de omvormer - Benader de servicedienst van de leverancier. - Installeer positie meetsysteem ingang. - Controleer de aansluiting van de positie meetsysteem ingang. - Verwissel de positie meetsysteem ingang. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Machine parameter (PWM-frequentie) controleren. - PWM-frequentie > 5000 Hz uitsluitend bij geschikte hardware en alleen met PWM-uitgang X51, X52, X57 or X58. - PWM-frequentie <= 5000 Hz moet binnen de regelgroepen gelijk zijn - PWM frequentie > 3200 Hz - Benader de servicedienst van de leverancier. - Motortabel (kolom SYS) controleren. - Controleer toerental-meetsysteem-kabel. - Verwissel de motor - Verwissel de motorbesturingsprintplaat. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de softwareversie. - Benader de servicedienst van de leverancier - Software versie controleren - Machine parameter MP7600.0 controleren - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de omvormer en de bedrading - Controleer de motor en de bedrading - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de motor en de bedrading - Controleer de omvormer - Controleer de motor tabel - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de ingave in MP2250.x (alleen CC 424), MP2252.x (alleen CC 424) en MP2254.x en/of de ingave in de SYS kolom van de motor tabel (zie technisch handboek). - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - MP2520.x kleiner dan 0.5 kiezen - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingaven in MP2542.x, MP2552.x, MP2562.x en MP2572.x - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingaven in MP2543.x, MP2553.x, MP2563.x en MP2573.x - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingaven in MP2544.x, MP2554.x, MP2564.x en MP2574.x - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingaven in MP2545.x, MP2555.x, MP2565.x en MP2575.x - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingaven in MP2546.x, MP2556.x, MP2566.x en MP2576.x - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de ingave waarden voor MP2606.x - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer MP110.x/MP111.x - Neem contact op met uw servicedienst - PWM-kabels controleren/vervangen - Vermogenseenheid vervangen - PWM-uitgang op CC defect - Benader de servicedienst van de leverancier - PWM frequentie voor de as op een waarde kleiner of gelijk aan 5000 Hz instellen - Om de compensatie te deactiveren; ingave in MP2260.x wissen - Benader de servicedienst van de leverancier - Compensatie parameters opnieuw vastleggen met TNCopt onder Optimalisatie/Koppel Golf Compensatie - Om de compensatie te deactiveren; ingave in MP2260.x wissen - LT-invoer (MP2100) in MP-file controleren - Nominale waarde van de PIC (kolom S in inverter.inv) controleren - Eventueel PWM-frequentie wijzigen (in >= 5 kHz) - Eventueel vermogenseenheid vervangen - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de softwareversie - Benader de servicedienst van de leverancier - Software versie controleren - Controleer de bedrading - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Benader servicedienst leverancier - Controleer het PLC-programma - Controleer softwareversie - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading - Controleer de nood-uit knop - Verwissel de hardware - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de bedrading - Controleer de deurcontacten en de sleutelschakelaars - Verwissel de hardware Benader servicedienst leverancier - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Neem contact op met uw servicedienst - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer MP3210.x. - Controleer de software versie. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer MP3510.x. - Controleer de softwareversie. - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Benader de servicedienst van de leverancier - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Controleer softwareversie - Neem contact op met uw servicedienst - Sluit de beschermingsdeuren - Besturing uitschakelen en opnieuw opstarten. - De uitschakel test en de remtest worden automatisch gestart. - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Interne softwarefout - Hardware defect - Neem contact op met uw servicedienst - Controleer de parameter waarde in MP640.x (maximale positie afwijking tussen MC en CC tijdens bedrijf) - Controleer de parameter waarde in MP720.x (lineaire as fout compensatie voor analoge assen) - Controleer de parameter waarde in MP710.x (backlash compensatie) - Controleer de bevestiging van het positie meetsysteem - Benader de servicedienst van de leverancier - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Neem contact op met uw servicedienst - Neem contact op met uw servicedienst - Reduceer de voeding, verhoog het toerental. - Elimineer alle mogelijke trillingsbronnen. - Indien het euvel regelmatig optreedt, benader dan de servicedienst van de leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. - Tastsysteem dichter bij het werkstuk voorpositioneren. - Verhoog de waarde in MP6130. - Verlaag machinevoeding, verhoog het toerental. - Elimineer mogelijke trillingsbronnen. - Benader servicedienst leverancier. - Tastsysteem vrijmaken en herhaal tasterbeweging. - Indien het probleem zich herhaald, controleer dan de taster op beschadigingen. - Benader, indien nodig, servicedienst leverancier Vervang de batterij. - Sluit tastsysteem aan. - Vervang de batterij. - Reinig de ontvangeenheid. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. - Controleer de geprogrammeerde coördinaten. Indien noodzakelijk, programma aanpassen. - Controleer het referentiepunt. Indien noodzakelijk, referentiepunt opnieuw definiëren. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. - Controleer de geprogrammeerde coördinaten. Indien noodzakelijk, programma aanpassen. - Controleer het referentiepunt. Indien noodzakelijk, referentiepunt opnieuw definiëren. Zoek in de handleiding naar de beschrijving van de fout. Corrigeer de fout en herstart het programma. Wis TOOL DEF blok (G99 blok) in één van de programma's of gebruik ander gereedschapsnummer. Wacht tot gereedschapsoproep is afgesloten en druk vervolgens opnieuw de softkey EDIT AAN/UIT in. Machine parameter MP1350 corrigeren. - Handwiel via kabeladapter aansluiten. - Machineparameter MP7640 nakijken. - Transmissielijn op beschadigingen controleren. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. PLC programma aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Benader servicedienst leverancier. - Controleer de gereedschapsplaatsen tabel. - Benader servicedienst leverancier. - Controleer gereedschapsplaatsen tabel. - Benader servicedienst leverancier. - Gereedschap-plaatsentabel nakijken. - Servicedienst leverancier benaderen. NC-programma aanpassen, FMAX werkt alleen regelgewijs. In NC-programma vóór wijziging gereedschapsas eerst geprogrammeerde rotatie opheffen. Controleer het gereedschap en vervang deze indien noodzakelijk of definieer een zustergereedschap. Vervang de buffer-batterij (raadpleeg handleiding). Benader de fabrikant. Activeer de gereedschapstabel in de werkstand "programma- test" (status "S"). Activeer een nulpuntstabel in de werkstand "automatische programma-afloop" (status M). Schakel beeldscherm naar achtergrond-werkstand en bevestig het bericht. Wis onnodige programma's. Zoeken afbreken. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Correcte waarde ingeven. - Q257 ongelijk 0 ingeven. Herhaal ingaven. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Positieve tolerantie invoeren. Voeding verminderen. - Kleinere freesdiepte in cyclus cilindermantel invoeren. - Kleinere cilinderradius in cyclus cilindermantel invoeren. NC-programma aanpassen. Alleen positieve waarde achter M118 invoeren. NC-programma aanpassen. NOODSTOP-cirkel controleren. Toets GOTO en het gewenst regelnummer in voor de verlangde positie bij herstart van het programma of selecteer de functie mid-programma herstart. NC-programma aanpassen. Wis bestanden die niet meer nodig zijn. Andere bestandsnaam kiezen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Controleer het data transmissie kanaal. Programma opnieuw verzenden. Beëindig de datatransmissie en begin opnieuw. Selecteer andere baudrate. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Controleer datatransmissieleiding. Bestand opnieuw samenstellen. Bedrijfsparameters opnieuw invoeren. Programma-beveiliging opheffen. - Selecteer interruptiepunt met GOTO + regelnummer en vervolg de bewerking. Controleer het NOOD-UIT circuit. Benader servicedienst leverancier. NC-programma laden. Wacht totdat de programma-afloop is beëindigd, of onder-breek de afloop van het NC-programma. Wijzig de FK verwijzing. Controleer de invoerwaarden. Controleer de invoerwaarden. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - NC-programma aanpassen. - toerental begrenzing voor het actieve gereedschap verhogen of opheffen NC-programma aanpassen. Wijzig het NC-programma. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Invoerwaarden controleren. Invoerwaarden nakijken. Indien noodzakelijk, startpunt verplaatsen. Invoerwaarden nakijken. Indien noodzakelijk, startpunt verplaatsen. Invoerwaarden nakijken. Indien noodzakelijk, startpunt verplaatsen. Invoerwaarden nakijken. Indien noodzakelijk, startpunt verplaatsen. - Startpunt verplaatsen. - Andere gereedschapsradius gebruiken. Coördinaten in CR-regel (DIN/ISO: G2,G3 met R) nakijken. Controleer coördinaten in CT-regel (DIN/ISO: G6, G16). - Invoerwaarden afkanting e/o afronding controleren. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Controleer de coödinaten in de cirkelregels. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden controleren. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. Invoerwaarden nakijken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. Invoerwaarden nakijken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. - Invoerwaarden nakijken. - Indien noodzakelijk, andere gereedschapsradius gebruiken. Controleer invoerwaarden. Invoerwaarden nakijken. Invoerwaarden voor M112 nakijken. Invoerwaarden nakijken. Invoerwaarden nakijken. Gereedschapsradiuscompensatie uitsluitend met een rechte-regel (L, DIN/ISO: G0, G1, G10, G11) opheffen. Een afkanting mag alleen bij actieve gereedschapsradius-compensatie geprogrammeerd worden. Een hoekradius mag pas bij actieve gereedschaps radius-compensatie worden geprogrammeerd. Gereedschapsradiuscompensatie uitsluitend met een rechte-regel (L, DIN/ISO: G0, G1, G10, G11) activeren. Afrondingscirkel alleen programmeren met actieve gereedschaps-radiuscompensatie. Een pool kan niet eerder dan na de tweede regel met gereedschaps-radiuscompensatie worden overgenomen. APPR-regel is alleen toegestaan als er geen gereedschaps-radiuscompensatie actief is. - Cyclus opnieuw geheel definiëren. - NC-regels in de cyclus wissen. - Cyclus-oproep na definitie van bewerkingscyclus definiëren. - Cyclus-oproep wissen. Diepteverplaatsing anders dan 0 invoeren. - Cyclusdefinitie wissen. - Gebruikercyclus inlezen. - Corrigeer onderprogrammanummer in cyclus. - Programmeer onderprogramma met correct nummer. Laad de bestanden opnieuw. NC-programma aanpassen. - Wis TOOL DEF-regel (G99-regel). - De-activeer gereedschapstabel (machine parameter 7260). TOOL DEF-regel aanvullen (G99-regel). NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Wis de ERROR-regel. - Wis cyclus 14 (G37) uit het contour-onderprogramma. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Laat de componenten NX, NY en NZ van de vlak-normalen nakijken. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Controleer de geprogrammeerde assen in de cirkel-regel. NC-programma anpassen. In de regel voorafgaand aan de pool-overname dienen twee lineaire assen van het bewerkingsvlak te worden geprogrammeerd. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. In TOOL CALL-regel (DIN/ISO : T..) alléén lineaire assen programmeren. Controleer of u bv. een as twee keer heeft geprogrammeerd. Controleer of u bv. een as twee keer heeft geprogrammeerd. - As eventueel activeren. - As uit NC-regel wissen. Cyclus parameter aanpassen. Cyclus parameter aanpassen. - Basisrotatie terugzetten. - In cyclus hoofdas gebruiken. Contour subprogramma aanpassen. Contour subprogramma aanpasen. Contour subprogramma aanpassen. Geen volg-hulp-assen programmeren. Juist toerental ingeven, zie ook machinehandboek. Toegestane toerental invoeren. Raadpleeg machinehandboek. Toegestane spiltoerental invoeren. Machinehandboek raadplegen. Toegestane toerental invoeren. Raadpleeg machinehandboek. Toegestane toerental invoeren. Raadpleeg machinehandboek. Spiltoerental reduceren. Spiltoerental groter dan 0 programmeren. Juiste toerental invoeren. Afkanting alléén tussen rechten invoeren. Afkanting alléén tussen rechten invoeren. Afkanting alléén tussen rechten invoeren. Afkanting niet eerder dan na twee gecompenseerde NC-regels invoeren. Afkanting alléén tussen radius-gecompenseerde regels invoeren. Een afkanting mag alléén tussen radius-gecompenseerde regels ingevoegd worden. Afkanting alléén in bewerkingsvlak uitvoeren. Kleinere afkantlengte invoeren. Kleinere afkantlengte invoeren. Kleinere afkantlengte invoeren. - Cirkel-eindpunt-coördinaten nakijken. - Indien noodzakelijk, waarde in MP7431 verhogen. - Cirkel-eindpunt-coördinaten nakijken. - Indien noodzakelijk, waarde in MP7431 verhogen. Coördinaten in CR-regel nakijken. Coördinaten van cirkel-startpunt en cirkel-eindpunt nakijken. Gebruik mid-programmastart om naar de onderbroken NC- regel terug te keren. - Subprogrammanummer in cyclus 14 corrigeren. - Ontbrekend subprogramma toevoegen. Contour subprogramma met LBL 0 (DIN/ISO: G98) afsluiten. - Nummer in LBL CALL regel veranderen. - Subprogramma of programmaonderdeel-herhaling invoegen. - Corrigeer subprogramma nummer in Cyclus 14. - Voeg subprogramma in welke in cyclus 14 gedefinieerd is. Programmeer de pool (CC) vóór de eerste regel met poolcoördinaten (DIN/ISO: I, J; K). Definieer cirkelmiddelpunt voor cirkelregel. - Cyclus 3 Sleuf: sleufbreedte groter dan de gereedschapsdiameter, kleiner dan vier keer de gereedschapsradius definiëren. - Cyclus 253 Sleuf of cyclus 254 Ronde sleuf: sleufbreedte bij het voorbewerken groter dan de gereedschapsdiameter, kleiner dan vier keer de gereedschapsradius definiëren. - Cyclus 240: groter gereedschap gebruiken. - Cyclus 210 Sleuf of cyclus 211 Ronde sleuf: sleufbreedte groter dan de gereedschapsdiameter en kleiner dan zes keer de gereedschapsradius invoeren. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. R2 in de gereedschapstabel op 0 zetten. - Radiuscompensatie in contour-subprogramma vastleggen om kamer of eiland te definiëren. - Gereedschapradius ongelijk 0 definiëren. NC-programma aanpassen. Referentiepunt passeren. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Kleinere afrondingsradius in contour subprogramma definiëren. - Kleinere afrondingsradius gebruiken. - Startpunt benaderingsregel verder weg van de contour programmeren. - Startpunt van de benaderregel verder weg van het middel- punt van de afrondingscirkel programmeren. - Kleinere afrondingsradius gebruiken. - Eindpunt verlaat-regel verder weg van de contour programmeren. - Eindpunt van de verlaat-regel verder weg van het middelpunt van de afrondingscirkel programmeren. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Vóór gereedschapswissel spiegeling opheffen. - Indien noodzakelijk, gereedschapsas in TOOL CALL regel wijzigen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Kleiner gereedschap gebruiken. - Sleuffrezen: Eventueel kleinere overmaat gebruiken (Q368) - Cyclus 214: Kleiner gereedschap gebruiken, diameter onbewerkt werkstuk corrigeren NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Sleuffreescyclus : Sleufbreedte corrigeren of kleiner gereedschap gebruiken. - Cilindermantelcyclus: Sleufbreedte corrigeren, maatvoering Q23 corrigeren of kleiner gereedschap gebruiken. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Overmaat kantnabewerking in cyclus 24 verkleinen. - Kleiner kant-nabewerkingsgereedschap toepassen. Kleinere boor toepassen. R2 in de gereedschaps-tabel kleiner of gelijk R ingeven. NC-programma opnieuw starten. Vóór de eerste positioneerregel in het DIN/ISO-programma met G90 of G91 absolute of incrementele positionering vastleggen. Draairichting in eerste cirkel-regel opgeven. - Herstart NC-programma. - Gebruik mid-programmastart om terug te keren naar interruptiepunt. Programma herstarten. Met GOTO-regel cyclusdefinitie selecteren. - Automatische pool-overname mag niet de eerste coördinatenregel zijn. - Om naar het programma terug te keren, positioneerregel met alle coördinaten gebruiken. - CT-regel mag op zijn vroegst als derde positioneer-regel in een bewerkingsprogramma staan. - Na een programma-onderbreking minstens twee positioneer-regels voor de CT-regel plaatsen. - RND-regel mag op zijn vroegst pas als derde positioneer-regel in een bewerkingsprogramma staan. - Na een programma-onderbreking minstens twee positioneer-regels voor de RND-regel plaatsen. - CHF-regel mag op zijn vroegst pas als derde positioneer-regel in het bewerkingsprogramma staan. - Na een programma-onderbreking minstens twee positioneer-regels voor de CHF-regel plaatsen. Na een programma-onderbreking niet met een verlaat-regel het programma voortzetten. M114 kan niet worden uitgevoerd bij gezwenkt bewerkingsvlak Gereedschapsradiuscompensatie voor herintrede opheffen. Herintrede programma enige regels voor CT-regel uitvoeren. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Controleer of al uw onderprogramma's steeds met LBL 0 (DIN/ISO:G98 L0) afgesloten zijn. NC-programma aanpassen. Conditie in FN20-regel nakijken. Voortekens gelijk stellen. Cyclus-parameter aanpassen. - Absolute polaire hoek programmeren. - Positie van de pool controleren. - Indien noodzakelijk, rotatie resetten. In CT-regel beide coördinaten van het cirkelvlak programmeren. - Cirkel-regel nakijken. - Schroefdraad freescyclussen: Q359 groter dan 0 programmeren. Startpunt in contour-subprogramma met absolute coördinaten programmeren. Programmeer op zijn minst twee positioneerregels vóór de CT-regel. Bewerking vóór of na de DEP-regel starten (indien noodzakelijk, met GOTO selecteren). Bewerking vóór of na de DEP-regel starten (indien noodzakelijk, met GOTO selecteren). NC-regel na APPR voorzien van coördinaten. Ingaven in cyclus bereik nakijken, in het bijzonder de ingaven voor de assen van het tastsysteem. Ingaven in cyclus bereik nakijken. Controleer gedefinieerde assen in cyclus contourlijnen. - Contourlijn mogelijk niet sluitend. - Tijdlimiet ruimer stellen. - Tolerantie voor doelvenster vergroten (machine-parameter MP6390). Ingaven in digitaliseer-cyclus nakijken. - SLII-cycli: Controleer Q4 in Cyclus 20 (DIN/ISO: G120). - Freescycli 25x: overmaat Q369 en diepte Q201 controleren. - Cyclus rotatie wissen. - Basisrotatie terugzetten (werkstand handmatig). - 3D-rotatie terugzetten. Cyclus maatfactor of maatfactor as-specifiek wissen. Circulaire bewegingen alléén met gelijke maatfactoren verschalen. Cyclus spiegelen wissen. Cyclus nulpuntsverschuiving wissen. - Digitaliseer-aanzet verkleinen. - Indien noodzakelijk, maximale tasteruitwijking vergroten (machine-parameter 6330). Kleiner gereedschap gebruiken. Kleiner gereedschap gebruiken. Kleiner gereedschap gebruiken. - Kleiner gereedschap gebruiken. - Aantal geprogrammeerde deelcontouren verminderen. Kleiner gereedschap gebruiken. Kleiner gereedschap gebruiken. Contour-subprogramma opsplitsen. Contour-subprogramma opsplitsen. Kleiner gereedschap gebruiken. Kleiner gereedschap gebruiken. NC-programma aanpassen of Q8 = 0 instellen. NC-programma aanpassen of Q8 = 0 instellen. Kleiner gereedschap gebruiken. Gebruik kleiner gereedschap. Kleiner gereedschap gebruiken. Gebruik kleiner gereedschap. NC-programma aanpassen. Gebruik kleiner gereedschap. Gebruik kleiner gereedschap. Herdefinieer het bereik. Contour-startpunt in contour-subprogramma plaatsen. Contour-subprogramma uitbreiden. Er zijn op zijn minst twee punten nodig. In contour-subprogramma draairichting eenduidig vastleggen. Controleer contour-subprogramma. Probeer contour subprogramma op te splitsen. Plaats het startpunt in het contour-subprogramma. Startpunt in contour-subprogramma plaatsen. Benader servicedienst leverancier. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Probeer contour-subprogramma op te splitsen. Oplichtende regel aanpassen. Oplichtende regel inkorten. Controleer de oplichtende regel op G-codes die elkaar tegenstrijdig beïnvloeden. Oplichtende regel inkorten. Toegelaten G-functies: Zie overzicht in gebruikershandboek. Regelnummer invoeren. Activeer de regel. Compensatie-waarden tabel verkleinen. Verminder aantal compensatiewaarden-functies. Stroomonderbreking met toets CE bevestigen. Schakel de stuurspanning afzonderlijk in. Bevestig melding met CE. Sectie in actuele omvang overnemen. Sectie in actuele omvang overnemen. NC-programma aanpassen. - Gereedschapsas bij gereedschapsoproep of bij definitie van het ruwdeel aanpassen. - Controleer APPR- of DEP-regel. Controleer zonder grafische simulatie. Zoek naar andere tekst (let op hoofd- en kleine letters). Digitaliseerbereik opnieuw opnemen, na eerst puntafstand te hebben vergroot. Reduceer tolerantiewaarde in M124. Om de cyclus compleet te wissen, toets DEL indrukken. Om het wissen te annuleren, toets END indrukken. Voeg de nieuwe NC-regel voor of na de cyclus in. Verander allereerst de verwijsregel en wis daarna de te wissen regel. De-activeer M112 met M113 vóór de cyclus-oproep. - Gereedschapsradiuscompensatie opheffen. - LA ongelijk 0 ingeven. NC-programma aanpassen. - NC programma aanpassen. - RR/RL uit LN-regel wissen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Machine parameter lijst aanpassen. Ingavewaarde aangegeven machine-parameter nakijken. Controleer aansluitkabel. Herstart alléén met regelaanloop mogelijk. Selecteer andere bestandsnaam of -pad. Machine parameter 6200 aanpassen. Machine parameter 6200 aanpassen. Kalibreer tafel-tastsysteem met cyclus 30 (TCH PROBE). Referentiepunten passeren met gebruik van as-richtingstoetsen. Ingaven aanpassen. Wis het bestand. NC-programma aanpassen. - Ingegeven ruimtehoek wijzigen. - Aantastcyclus alleen met as-parallelle hoek instelling uitvoeren. - Gebruik hoekwaarden groter dan 0 en kleiner dan 180°. Aantal snijkanten (CUT.) in TOOL.T ingeven. Wis regel en opnieuw ingeven. Comnverteer de PLC-fouttabel. PLC-fouttabel in OEM.SYS invoeren. - PLC-fouttabel converteren. - Ingaven in de PLC-fouttabel controleren. Controleer format van PLC-fouttabel. Controleer bestandsnaam of bestandspad. Wis de PLC-fouttabel en lees via de data interface een nieuwe PLC-fouttabel in. Gebruik in het puntenbestand alleen coördinaten van het bewerkingsvlak als begrenzing. Waarde voor 'AFST' met wissen. De TNC zal zelf automatisch een waarde invoeren. - Geef voor het gebruikte gereedschap LCUTS en ANGLE op in de gereedschapstabel. - Activeer de gereedschapstabel via machine-parameters 7260 of 7224. Selecteer het bestand later nog een keer. - Bestandsbescherming opheffen. Controleer nummer en index systeemdatum. PLC-programma aanpassen. Controleer gereedschap en, indien noodzakelijk, deze wisselen of blokkering in gereedschapstabel opheffen. Gebruik hoogtelijnen-cyclus alléén in combinatie met cyclus 5 BEREIK. Controleer de ingaven voor de puntafstand in de digitaliseercyclus. Gedefinieerde assen in cyclus BEREIK nakijken. In de meandercyclus of hoogtelijnencyclus een lineaire as als kolom-as definiëren. Controleer asdefinities in cyclussen Bereik, Meander, Hoogtelijnen en Lijnen. - Controleer asdefinities in cyclus bereik. - Controleer de gekalibreerde tastsysteem-as (werkstand handmatig, aantast-functies). - Puntafstand positief en niet groter dan 6.5535 mm ingeven. - Minimale lijnafstand groter dan 0 en kleiner dan lijnafstand invoeren. Cyclus bereik voor digitaliseercyclus programmeren. - Controleer de waarden in cyclus bereik. - Indien noodzakelijk, referentiepunt opnieuw bepalen. In cyclus 8 of cyclus 18 grotere waarde voor veilige hoogte invoeren. Niet meer dan 16 karakters voor bestandnaam gebruiken. NC-programma aanpassen. Foutmelding met CE bevestigen en functie herhalen. Vraag bij de machinefabrikant of bij HEIDENHAIN naar een SETUP-diskette voor uw huidige software. - Eerst alle bestanden en sub-directories wissen, die nog voorkomen in de directory die u wilt wissen. - Gebruik de DELETE ALL functie om directories samen met hun inhoud in één keer te wissen. Corrigeer de assen in de cyclus rechthoekig kamerfrezen. Mogelijke combinaties zijn: X/Y, X/V, U/Y, U/V ...... NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Definieer bewerkingscyclus voor cyclus 220/221. Definieer de aanzet. Kleiner gereedschap gebruiken. Corrigeer de FN20/D20-regel. Toegestane vergelijkingen : ==, <, >, <=, >= Wacht met het verbreken van de verbinding, tot de TNC niet langer met het apparaat in verbinding staat. Controleer of uw netwerk actief is. Controleer het gereedschap en, indien noodzakelijk, vervang deze. Ander nulpunt-nummer oproepen of andere nulpunt-tabel activeren. Kleiner gereedschap gebruiken. Kleiner gereedschap gebruiken. Diepte-instelling in bewerkingscyclus ingeven. Minimale diepte-instelling in bewerkingscyclus ingeven. Corrigeer de waarden in de bewerkingscyclus. Andere bewerkingscyclus gebruiken. Andere bewerkingscyclus gebruiken. Corrigeer afrondingsradius in bewerkingscyclus. Corrigeer ruwdeel-diameter in bewerkingscyclus. Steekcirkel-diameter in cyclus corrigeren. Corrigeer start- of eindhoek in de cyclus. Corrigeer start- of eindhoek in cyclus. Wisselen naar juiste pallet. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Voeg de PALLET-ingave toe aan het palletbestand. Deze PALLET-ingave koppelt een pallet aan het NC-programma. Voor de cyclus-definitie, gereedschapsoproep met gereedschapsas definiëren. Met M129 heft u M128 op, vervolgens kunt u TOOL CALL uitvoeren. Bij M128 geen machine-gebonden coördinaten programmeren. Benader servicedienst leverancier. NC-programma aanpassen. Het OEM.SYS-bestand moet worden aangepast. Benader uw machinefabrikant. Alléén naar tabellen met extensie .TAB zoeken. Tabeldefinitie moet worden aangepast. Benader uw machine- fabrikant. Voer het ontbrekend werkstukmateriaal in het MAT.TAB- bestand in en/of het ontbrekend snijmateriaal in het CUT.TAB-bestand. Controleer de ingaven in het OEM.SYS-bestand en, indien noodzakelijk, MAT.TAB-bestand genereren. Controleer de ingaven in het bestand OEM.SYS en, indien noodzakelijk, het bestand CUT.TAB genereren. Werkstukmateriaal in ruwdeel-definitie vastleggen. - In de gereedschaptabel andere verspaningsgegevenstabel selecteren. - Voeg aan de door u geselecteerde verspaningsgegevenstabel de actuele werkstuk/snijmateriaal-combinatie toe. Gereedschapstabel aanpassen. NC-programma aanpassen. - Indien noodzakelijk, gehele ERROR-regel wissen. - In de werkstand programmeren en editeren, ERROR-regel selecteren en met "pijltoets rechts" in regel gaan. Regel aanpassen en met toets END verlaten. Zodra de fout is opgeheven, zal de TNC de melding ERROR automatisch verwijderen. Gebruik de mid-programma herstartfunctie om het programma te hervatten. Q222 in cyclusdefinitie aanpassen. - Wijzig de insteekhoek in de gereedschapstabel TOOL.T (kolom ANGLE). - Kleinere verplaatsingsdiepte in cyclus uitruimen ingeven. - Gebruik gereedschap welke grotere insteekhoek toestaat. Stuurspanning uitschakelen. Controleer de juiste werking van de relais. Indien noodzakelijk, servicedienst leverancier benaderen. Stuurspanning inschakelen. - Controleer tasterstift en -punt op vervuiling. - Vergroot het bereik in machineparameter 6171. Parallel geopend hulpscherm sluiten. Machine parameter 7295 aanpassen: Ingavewaarde 0 staat vaststelling referentiepunten in alle assen toe. Controleer gereedschaps-kleminrichting. Indien nodig, benader servicedienst leverancier. Controleer of de wijzigingen enig effect hebben op het automatisch door de TNC berekende spiltoerental of op de automatisch berekende aanzet. In Q214, waarde tussen 1 en 4 ingeven. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Controleer de ingaven in OEM.SYS. Ingaven in OEM.SYS nakijken, indien nodig, pad aanpassen. Wis onnodige snijgegevens-tabellen. Neem contact op met uw servicedienst. - Controleer beschikbaarheid NFS-server. - Indien nodig, verbindingen controleren, alsmede de kabels en de ethernet-kaart. Toewijzingswaarde nakijken ! Element ingeven. - Voeg het ontbrekende gereedschap toe aan de gereedschapstabel. - Gebruik een ander gereedschap. Wis M112 in het NC-programma. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Minstens één element invoeren ! Verplicht element opnieuw invoeren. Verminder kolombreedte van de individuele elementen. Controleer alle elementen van uw tabel, welke met # zijn aangemerkt, op de beschreven fouten. Gebruik de functie BEREKEN TOT REGEL N om het programma te herstarten. Q267 = +1 (positieve verplaatsingsrichting) of -1 (negatieve verplaatsingsrichting) ingeven. Nulpunt-tabel waarin gemeten punt moet worden ingegeven in werkstand programma-afloop regel-voor-regel of automatische programma-afloop activeren. Controleer het werkstuk, indien nodig meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. - Werkstuk controleren en indien nodig, het meetprotocol. - Cyclus 208 : Groter gereedschap toepassen : Boringsdiameter mag maximaal twee keer zo groot zijn als de gereedschapsdiameter. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk contoleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Werkstuk controleren en, indien nodig, meetprotocol nakijken. Deactiveer de functie bewerkingsvlak zwenken en herstart het programma. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Controleer Q272 in overeenkomstige cyclus. Toegestane ingavewaarden : 1 of 2; voor cyclus 427: 1, 2 of 3. Toegestane format ingeven : Format voor datum: 25.10.97 (dag.maand.jaar) Format voor tijd: 10:25:00 (uur:minuten:seconden) Deactiveer M128 met M129 en vervolgens nulpunt bepalen. Controleer of het gereedschap is beschadigd. Indien u een 3D-radiuscorrectie wilt doorvoeren, moet u eerst M128 programmeren en dan de gereedschaps radius- correctie met RL/RR (DIN/ISO: G41/G42) activeren. Servicedienst leverancier benaderen. - M120 in NC-programma wissen. - M120 eerder activeren. Ingaven in laatst gedefinieerde tastersysteem-cyclus nakijken en Q260 groter dan Q261 ingeven. Toets uitschakelen of servicedienst leverancier benaderen. Relais op werking controleren. Neem indien nodig contact op met de servicedienst. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. De te markeren regel mag niet de eerste of de laatste regel van een programma bevatten. Selecteer een andere regel voor het invoegen. Voordat u iets in kunt voegen, dient u met de functie "copiëren" het buffergeheugen te vullen. Markeer de regel die u wilt copiëren of wissen. - Corrigeer de regels. - Regels wissen en opnieuw ingeven. Gereedschapsrichting door CAD-systeem opnieuw laten berekenen. Met uw zwenkkop-configuratie is hiervoor geen oplossing. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Overtollige kolommen wissen. Selecteer door de pijltoetsen rechts/links de gewenste askolom. Wis M128 uit het programma. Gewenste tabel met FN26 openen. Veldnamen met maximaal 8 tekens toepassen. Schrijf- of leesbewerkingen zijn uitsluitend met numerieke velden mogelijk. Maximaal 8 veldnamen gebruiken. 1) Maatregelen ter ontstoring treffen. 2) Servicedienst leverancier benaderen. 3) Servicedienst leverancier benaderen; Maatregelen ter ontstoring treffen; motortabel nakijken. MP2180 (PWM-frequentie) wijzigen. De schrijfbeveiliging kan uitsluitend door een bepaald codenummer worden opgeheven. Desgewenst dient u hiervoor contact op te nemen met de machine-fabrikant. M114 voor de meetcyclus met M115 opheffen. M128 voor de meetcyclus met M129 opheffen. Voor M138 de aangegeven functies opheffen : - M114 met M115, - M128 met M129, of - Cyclus 19 resetten. Default-waarde overnemen : toets ENT indrukken. De door u ingegeven waarde overnemen : toets NO ENT indrukken. Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. Benader servicedienst leverancier. - Vrijgavetoetsen controleren; - Machine-parameter correct invoeren; - Servicedienst leverancier benaderen. Voor u wat kunt invoegen, eerst buffergeheugen vullen: - Te copiëren regel met toets DEL wissen of - Te copiëren regel editeren. Voor het editeren eerst de schrijfbeveiliging opheffen: Sleutelgetal 86357 ingeven. Met toets NO ENT complete functie wissen, met toets END het wissen afbreken. Dialoog voortzetten of regel volledig wissen en nieuwe context invoeren. Actieve functie cartesisch programmeren, of andere functie toepassen, die polaire coördinaten-ingave toestaat. Eerst elementen wissen, voordat context-opener gewijzigd gaat worden. Uitsluitend toegestane functies ingeven. Ontbrekende haakjes invoeren. - Besturing uit- en inschakelen; - Servicedienst leverancier benaderen. Kalibreercyclus 30 bij actief gezwenkt bewerkingsvlak afwerken. Kalibreercyclus 30 bij niet gezwenkt bewerkingsvlak afwerken. Assen zo positioneren, dat de tastsysteem-as en de gereedschaps-as parallel lopen. Stuurspanning opnieuw inschakelen, of servicedienst leverancier benaderen. - Ingavewaarde machineparameter MP7600.0 met 1 verhogen. - Benader servicedienst leverancier. Staphoek Q247 ongelijk 0 ingeven. Waarde van de staphoek Q247 groter dan 5 graden ingeven, omdat anders de meetnauwkeurigheid te klein is. Benader servicedienst leverancier. - Programma eerst in werkstand programma-opslaan/editeren afwerken - Ingavewaarde in MP 7229.1 vergroten (maximale waarde: 9999). Druk op de spilstarttoets en de vrijgavetoets - Voeding reduceren en toerental verhogen. - Mogelijke trillingsbronnen verwijderen. - Indien het probleem zich vaker voordoet: benader servicedienst leverancier. Sleutelschakelaar in juiste positie brengen en test- procedure opnieuw starten. Draai- en/of parallel-assen in de werkstand Handmatig zo positioneren, dat de REF-coördinaten van de draai-assen (of parallel-assen) met de machine-parameterwaarden overeen- stemmen. Meetprogramma vervolgens opnieuw starten. - Machinevaste posities bij actief gezwenkt bewerkingsvlak alleen met lineaire interpolatie en inactieve gereedschapsradiuscorrectie benaderen. - Machinevaste posities bij actief gezwenkt bewerkingsvlak niet met actieve M112 benaderen. - Globale programma-instellingen terugzetten om verplaatsingsregels met M91 of M92 te kunnen uitvoeren. - Te filteren programma's mogen geen NC-regels met machinevaste coördinaten (M91/M92) bevatten. Benader servicedienst leverancier. NC-regel met alle benodigde gegevens invoeren. Indien nodig, gebruikershandleiding raadplegen. Internetadressen in samenspraak met de machine-fabrikant controleren. Indien de fout vaker optreedt : PLC-programma door machine-fabrikant laten wijzigen. Indien de fout vaker optreedt : PLC-programma door machinefabrikant laten wijzigen. - Controleer MP560 - Benader servicedienst leverancier Taster met TOOL CALL (DIN/ISO:T) en tastsysteemas oproepen en aantastfunctie opnieuw uitvoeren. M120 is niet toegestaan bij deze functie. M120 uit NC-programma wissen. NC programma aanpassen. Voor verdere afwerking, blokkering opheffen, of met volgende regel verdergaan. Indien noodzakelijk, machine-handboek raadplegen. Contour corrigeren. Freeswijze meelopend = 1 of tegenlopend = -1 vastleggen Ingavewaarde aangegeven machine-parameter nakijken. Schakel de stuurspanning afzonderlijk in. Ingaven aanpassen. - Pad- of bestandsnaam in de toewijzingstabel corrigeren. - Kinematica-beschrijving naar de juiste directory copiëren. Voor de selectie van een nieuwe kinematica-beschrijving alle actieve 3DROT-functies resetten. Schroefdraaddiepte minstens een derde maal de spoed kleiner dan de boordiepte programmeren. Voor CYCL CALL PAT een punten-tabel met SEL PATTERN kiezen. Veiligheidsafstand in de punten-tabel groter opgeven dan de veiligheidsafstand in een cyclus. CYCL CALL PAT samen met cyclus 12 (DIN/ISO: G39) is niet toegestaan. Cyclus 490 opnieuw uitvoeren met Q363 = 0 (calibreren). - Tolerantie van actief calibreergereedschap controleren. - Mid-programma start opnieuw starten. - Voor de mid-programma start, versnellingsstand en/of spil activeren, die bij de herstart-positie nodig is. - Indien het probleem zich herhaald: servicedienst benaderen. Benader de machine-fabrikant. Benader de machine-fabrikant Test de amplitude van het meetsysteem signaal. Test de amplitude van het encoder signaal. Test de ingangsfrequentie van het encoder signaal. Machine inschakelen, foutmelding met CE bevestigen. Benader servicedienst leverancier. Zorg voor een betere ventilatie binnen de schakelkast. Neem contact op met uw servicedienst! Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. - Geprogrammeerde coördinaten controleren, eventueel programma wijzigen. - Referentiepunt controleren, eventueel referentiepunt opnieuw vastleggen. Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. Programma opnieuw starten. Benader servicedienst leverancier. Testpositie opnieuw benaderen. - Toegestane tolerantie voor snijkantzoeken met spil-orientatie in MP6510.1 verhogen. - Positioneervenster van de as in MP3420 verkleinen. - Controleer de tasterpunt op spanen en verwijder deze. - Indien nodig, meettaster verwisselen. Radius van het calibreergereedschap in de gereedschaps- tabel corrigeren. PAL/PGM-kolom aan de pallettabel toevoegen (Softkey EDIT FORMAT). Gebruik de bij de NC-software passende Setup-versie. Eventueel servicedienst leverancier benaderen. Wacht tot de plaatswissel afgesloten is. De foutmelding wordt door de TNC automatisch bevestigd. Als de foutmelding na de plaatswissel aan blijft staan, benader dan de servicedienst van de leverancier. Waarde of Q-parameter voor de aanzet uitsluitend positief ingeven. - Servicedienst leverancier benaderen - MP960 controleren. - Gewenste software opnieuw naar TNC overdragen. - Indien de fout opnieuw optreedt, zullen de binaire bestanden moeten worden gecontroleerd. In dit geval, servicedienst leverancier benaderen. Programmeer een TOOL CALL-regel met opgave van de gereedschapsas (DIN/ISO: selectie vlak G17 - G20). Voer de gewenste M-functie in de werkstand POSITIONEREN MET HANDINGAVE in en druk op de NC-Start toets. Altijd uitsluitend een van de boven aangegeven functies voor coordinaten-transformatie programmeren. Deactiveer een van de volgende functies: - M114 met M115 - M116 met M117 - M128 met M129 - M144 met M145 - Cyclus 19 resetten - Selecteer de juiste regel. - Creeer de tabel voor de kinematika-beschrijvingen of voeg de ontbrekende ingaven toe. - Voeg de ontbrekende kolom toe of corrigeer de foute ingave. Corrigeer het machine-parameter-subbestand. Gebruik M145 voor het deactiveren van M144 voor M138 te gebruiken. Controleer de door u ingevoerde waarden. Geef uitsluitend Y, N, 0 of 1 in de MFUNCT.TAB in. Positioneer de tasteras parallel aan een as van het machine-vaste coordinatensysteem. M112 is bij deze functie niet toegestaan. M112 uit het NC-programma wissen. Selecteer een palletregel waarin een ruwdeel of een gedeeltelijk bewerkt onderdeel is ingevoerd. In het veld 'naam'van de opspanregel moet een apart NC- programma voor het wisselen van de opspanning aangegeven worden. Het onderdeel moet compleet opnieuw bewerkt worden (W-STATE in de pallettabel op BLANK zetten) of van bewerking worden uitgesloten (W-STATE op ENDED). Markeer de geprogrammeerde functie met "regels overslaan" en activeer deze instelling. Aansluitend mid-programma start opnieuw uitvoeren. Machine parameter 7442 controleren en waarde voor M-functie of -1 voor spil oriëntatie via NC ingeven. Machine handboek nakijken! Benader servicedienst leverancier. - Bevestigingstoetsen controleren. - Servicedienst leverancier benaderen. - Geef de diepte negatief (cyclus 204: positief) in, om de cyclus uit te voeren. - Zet in machineparameter MP7441 bit2 op 0, om de cyclus in positieve richting (cyclus 204: negatieve richting) af te werken. NC programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Gebruik uitsluitend hoofdletters in het ingaveveld. NC-programma aanpassen. Gebruik uitsluitend cijfers in het ingaveveld. NC-programma aanpassen. Gebruik uitsluitend letters in het ingaveveld. Oude en onnodige NC software versies wissen. Servicedienst leverancier benaderen. - NC programma aanpassen - Verplaatsingsbereik controleren Programmeer M107 om een gereedschap met positieve overmaat te gebruiken. M107 wordt met M108 weer opgeheven. Warmteafvoer in schakelkast controleren. Ventilator op de logica eenheid controleren. Warmteafvoer in schakelkast controleren. Ventilator op de logica eenheid controleren. PLC programma wijzigen. - Controleer de datatransmissielijn - Controleer de datatransmissielijn - Controleer de datatransmissielijn - Indien de fout opnieuw optreedt, storingsdienst leverancier benaderen - Controleer de datatransmissielijn - Indien de fout opnieuw optreedt, storingsdienst leverancier benaderen. - Indien de fout opnieuw optreedt, storingsdienst leverancier benaderen - Controleer de LSV2TIME1 ingave in OEM.SYS - Controleer de externe communicatie software - Controleer de externe communicatie software - Indien de fout opnieuw optreedt, storingsdienst leverancier benaderen. - Controleer de LSV2TIME0 ingave in OEM.SYS - Controleer de externe communicatie software - Indien het probleem opnieuw optreedt, storingsdienst leverancier benaderen. - Controleer de LSV2TIME2 ingave in OEM.SYS - Indien het probleem opnieuw optreedt, servicedienst leverancier benaderen - Controleer de software versie Benader de servicedienst van de leverancier - Servicedienst leverancier benaderen - Software versie controleren NC programma wijzigen - Controleer de warmteafvoer in de schakelkast. - Controleer de ventilator in de besturing. Converteer het PLC-programma. Warmteafvoer in schakelkast controleren.Ventilator op de logica eenheid controleren. Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Verdere diagnose informatie betrekt u uit het diagnose-menu - Benader de servicedienst van de leverancier. - Verdere diagnose informatie betrekt u uit het diagnose-menu Softkey project en PLC-programma vertalen. U kunt een regel uitsluitend aan het einde van het bestand invoegen, of indien het een gereedschapstabel betreft, met machineparameter 7262 het indexeren van gereedschappen toestaan. Gebruik een ander gereedschapsnummer voor de gereedschapsdefinitie of wis het reeds toegekende nummer. Gebruik een ander LBL-nummer of wis het reeds toegekende nummer. Geef in de MOD-instellingen de gewenste assen aan, die bij het intoetsen van de knop "actuele positie overnemen" in een L regel zullen worden overgenomen. Neem contact op met uw servicedienst! Zorg voor een betere ventilatie binnen de schakelkast. Benader servicedienst leverancier. - NC programma wijzigen. Magazijn-regels en PLC-programma vertalen. - Zwenkassen verplaatsen naar hun uitgangsposities. - Zwenkassen naar correcte posities verplaatsen of hoekwaarden van de zwenkasposities aanpassen. Plaats de cursor op het startelement van de regel en verwissel met de toets P van polaire coördinaten ingave naar Cartesiche ingave of omgekeerd. - Benader de servicedienst van de leverancier - Verwissel de software Minder tekens ingeven. Toegestane ingavebereik in acht nemen. Toegestane ingavebereik in acht nemen. Vinger weg van de toets -/+. Vinger weg van de decimaal toets ,. Getalwaarde ingeven. Absolute waarde invoeren. Gebruik niet meer dan twee M-functies in één NC-regel - Standaardversie: Maximaal 5 assen per NC-regel programmeren. - Exportversie: Maximaal 4 assen per NC-regel programmeren. - Bronprogramma mag in totaal niet meer dan 5 verschillende assen bevatten. In één NC-regel altijd uitsluitend verschillende assen programmeren. - In een NC-regel syntax elementen niet meer dan een keer programmeren. - Syntax elementen in de vereiste reeks brengen. Ontbrekende informatie toevoegen. Regelnummer invoegen. Ontbrekende informatie toevoegen. NC-regel corrigeren. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de hardware. Uitsluitend toegestane woorden ingeven. NC-regel met gewijzigde functie opieuw ingeven. De programma start en het programma einde mogen niet gewijzigd worden. Om de programmanamen te wijzigen in bestandsbeheer de functie NAAM WIJZIGEN gebruiken. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Juiste waarde in MP1356.x invoeren. Benader de machinefabrikant of HEIDENHAIN om meer assen vrij te laten geven. Controleer de bedrading en benader servicedienst leverancier. Controleer de bedrading en benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Neem contact op met uw servicedienst Benader de servicedienst van uw leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. - Besturing uit- en inschakelen; - Benader servicedienst leverancier. - Besturing uit- en inschakelen; - Benader servicedienst leverancier. - Besturing uit- en inschakelen; - Benader servicedienst leverancier. - Controleer de software versie - Benader de servicedienst van de leverancier Benader de servicedienst van de leverancier Benader de servicedienst van de leverancier Benader de servicedienst van uw leverancier. Benader servicedienst leverancier. - Passende hoofdcomputer of passende besturingseenheid inzetten. Kanaal 5 of 6 uitsluiten. Sluit de veiligheidsdeuren. Gereedschapsas in een TOOL CALL regel definiëren (DIN/ISO:T-regel), die vóór de fout veroorzakende positioneerregel moet staan. As testen Benader de servicedienst van de leverancier. Gewenste preset betrokken uit het machinevaste coördinatensysteem (REF-waarden) in de preset tabel opslaan en via cyclus 247 in het programma activeren. Parameter Q303 (meetwaarde-overdracht)in de fout veroorzakende meetcyclus wijzigen: - Q303=0: Meetwaarde betrokken uit het actieve werkstuk coördinatensysteem in de actieve nulpunt-tabel schrijven (in programma met cyclus 7 activeren!). - Q303=1: Meetwaarde betrokken uit het machinevaste coördinatensysteem (REF-waarde) in de preset-tabel schrijven (in programma met cyclus 247 activeren!). - Q303=-1: Meetwaarde-overdracht is niet gedefinieerd. Deze waarde wordt door de TNC automatisch gegenereerd, wanneer u een programma inleest, die op een TNC 4xx of met een oud softwareniveau van de iTNC 530 gemaakt is, of wanneer u bij de cyclus-definitie de vraag naar de meetwaarde overdracht met de END toets hebt overgeslagen. Tastercyclus 419 alleen met gereedschapsas X, Y of Z oproepen. Aantastvolgorde controleren, gebruikershandboek voor tast-cycli raadplegen. - Voor meetas = hoofdas (Q272=1), de parameters Q264 en Q266 onderscheidbaar groot definiëren. - Voor meetas = nevenas (Q272=2), de parameters Q263 en Q265 onderscheidbaar groot definiëren. - Voor meetas = tastsysteemas (Q272=3), de parameters Q263 en Q265 of Q264 en Q266 onderscheidbaar groot definiëren. - Meetpunten zo kiezen, dat ze altijd in alle assen onderscheidbare coördinaten hebben. Bij FN23, coördinaten van de drie cirkelpunten controleren. Bij FN24, coördinaten van de vier cirkelpunten controleren. Wachtwoord als volgt definiëren: - Codegetal NET123 ingeven - Softkey DEFINE MOUNT indrukken - Kolom OPTIONS selecteren - Wachtwoord ingeven met sleutelwoord wachtwoord= Wachtwoord als volgt definiëren: - Codegetal NET123 ingeven - Softkey DEFINE MOUNT indrukken - Kolom OPTIONS selecteren - Wachtwoord ingeven met sleutelwoord wachtwoord= Maximum toegestane aantal tekens: 80. Softkey WACHTWOORD CODEREN niet twee keer indrukken. - In machine-parameter 7294 geblokkeerde as vrijgeven - In de preset-tabel: verbindingsstreep (-) ingeven, om in deze as geen referentiepunt te zetten. Veilige hoogte (Q7) groter dan coördinaten werkstuk-oppervlak (Q5) ingeven. Om de NC-regel compleet te wissen, toets DEL indrukken. Om het wissen te onderbreken, willekeurig andere toets indrukken. Uitsluitend toegestane assen programmeren. Functie is alleen toegestaan als de NC-regel met / begint. Er op letten, dat de hoge komma's op de juiste plaatsen worden ingevoerd. Indien nodig, het gebruikershandboek raadplegen. - Referentiepunt passeren - Dubbele referentieopname in MP1355 deactiveren Als aantast-as in Cyclus 3 is uitsluitend een van de hoofdassen X, Y of Z toegestaan. NC-programma aanpassen. Slechts een bepaald aantal regels uit de PET-tabel worden geanalyseerd. Alle volgende regels worden genegeerd. Parameter Q366 in een van de cyclussen 251 tot 254 of de insteekhoek ANGLE van het actieve gereedschap in de gereedschapstabel wijzigen. Toegelaten combinaties van parameter Q366 en de insteekhoek ANGLE zijn: Voor verticaal insteken: Q366 = 0 en ANGLE = 90 Voor helixvormig insteken: Q366 = 1 en ANGLE > 0 Bij inactieve gereedschap tabel Q366 met 0 definiëren (alleen verticaal insteken toegestaan). De volgende bewerkingscyclussen kunnen niet met de cyclussen 220 en 221 gecombineerd worden: - Cyclussen uit de groepen SLI en SLII - Cyclussen 210 en 211 - Cyclussen 230 en 231 - Cyclus 254 - Benader de servicedienst van de leverancier. - HSC filter (MP1094) activeren. Benader de servicedienst van de leverancier Beeldpositie van de actuele regel zo kiezen, dat deze binnen de beeldschermgrenzen ligt. NC programma wijzigen. M128 alleen gebruiken als alle draaiassen, die in de kinematica beschrijving gebruikt worden, ook als geregelde assen gedefinieerd zijn. NC programma wijzigen. M144 alleen gebruiken als alle draaiassen, die in de kinematica beschrijving gebruikt worden, ook als geregelde assen gedefinieerd zijn. 1. Sleutelschakelaar op BA1 instellen. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Bedrading controleren. Ingave DEBUGPATH= in de OEM.SYS controleren. Ingave DEBUGPATH= in de OEM.SYS controleren. Ingave DEBUGPATH= in de OEM.SYS controleren. - Controleer de DEBUGPATH= ingave in het OEM.SYS bestand - Gebruik het PLC programma met symbolische operanden of #pragma nsc invoegen - PLC programma opnieuw compileren Symbolische operanden in het PLC programma toepassen (#pragma nsc). Correct sleutelgetal ingeven. MP 500 en MP 501 controleren. - Operanden in de ADDR kolom controleren - Waardeingave controleren - Operand symbool controleren - Adresbereik voor operand type controleren - Benader de servicedienst van de leverancier. - Werkstand met MP561 vrijgeven. - Uitsluitend in de tabel PRESET.TAB beschikbare nummers gebruiken, of voeg nummer toe aan tabel. - Tabel PRESET.TAB in map TNC:\ opbouwen. Verplaats uitsluitend een as. Bestand laden. - Indien noodzakelijk, programmanaam wijzigen. - Wijzig programmanaam zodanig, dat de TNC een extern opgeslagen programma op kan roepen. Bevestigingstoets indrukken. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de stroomvoorziening. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de stroomvoorziening. - Stroomopname van de stroomverbruikers (meetsystemen) controleren. NC programma aanpassen. De actuele positie kan alleen ingevoerd worden als de functie gezwenkt bewerkingsvlak niet actief is. Informeer de machine fabrikant. Geen foutoplossing mogelijk. Met de spil de referentiepunten passeren, bijvoorbeeld door de spil in de werkstand handbediening met M03 in te schakelen. -PLC programma aanpassen. -Benader de servicedienst van de leverancier. - Nieuw gereedschap gebruiken. - Corrigeer de actuele standtijd (CUR.TIME kolom in de gereedschap tabel). Een complete lijst van de gereedschappen waar de standtijd van is verlopen, staat in het TOOLLIST.ERR bestand. Deze is opgeslagen in de TNC:\ directory. Controleer de gereedschap plaatstabel en voeg indien nodig het gereedschap toe. Een complete lijst van de gereedschappen die niet in het gereedschap magazijn zijn geladen, staat in het TOOLLIST.ERR bestand. Deze is opgeslagen in de TNC:\ directory. Machine parameter 5020.0 (EXT1) of 5020.1 (EXT2) op 8 data bits instellen en via MOD, RS232 setup de werkstand EXT1 of EXT2 selecteren. Creëer een machine parameter subbestand. Corrigeer het machine parameter subbestand. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - Besturing uitschakelen en opnieuw starten - Informeer de machine fabrikant. - De schrijfbeveiliging is door de machine fabrikant ingesteld. Mogelijk is in deze regel een vast referentiepunt gedefinieerd. Indien noodzakelijk, de machine fabrikant benaderen. - Het overschrijven van actieve preset waarden is niet toegestaan. Gebruik een ander preset nummer. - Controleer het regel- en kolomnummer - Controleer of de zoektekst in de tabel is ingevoerd - Activeer de kinematica tabel. Indien noodzakelijk, benader dan de machine fabrikant. - Benader de servicedienst van de leverancier - Voer een fouttekst in. - Interne software fout - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer remkanaal 1. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer remkanaal 1. - Benader de servicedienst van de leverancier. Het instellen van een referentiepunt is alleen mogelijk met de soft keys SET REF, INGAVE NULPUNT TABEL of INGAVE PRESET TABEL . - Benader de servicedienst van de leverancier - Voer een fouttekst in. - Sluit alle geopende veiligheidsdeuren. - Ontgrendel alle nood-uit knoppen. Aansluitend soft key INIT MACHINE (2e soft-key rij) indrukken. - Controleer de bedrading. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Wijzig het PLC-programma. - Benader de servicedienst van de leverancier. Kopieer het bestand naar het TNC station en open het daar, of sla daar een nieuw bestand op. Selecteer een andere doel directory. Selecteer als doelbestand ofwel een andere directory of een andere bestandsnaam. OPGEPAST: Het overnemen van een besturings identificatie in MP2257.x met een verkeerde veldhoek in MP2256.x kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen van de aandrijving! Voer in MP2257.x de tussen aanhalingstekens aangegeven besturings identificatie alleen in, als u absoluut zeker weet, dat de veldhoek in MP2256.x voor deze aandrijving geschikt is (bijv. na het verwisselen van de besturing)! Als u er niet zeker van bent, of als uw machine parameter gegevens van een andere besturing zijn gekopieerd, laat de besturing de bepaling van de veldhoek dan opnieuw uitvoeren. Definieer de steunpunten dichter bij elkaar. Gewenste functie op een later tijdstip opnieuw oproepen. - Wacht totdat de achtergrond kopieer processen zijn afgerond. - Herstart de besturing. - Als het probleem blijft bestaan, benader dan de servicedienst van de leverancier. Voer de correcte stations aanduiding in. Nieuwe bestandsnaam zo ingeven, dat deze verschilt van de oude bestandsnaam. Het bestand in het zelfde binaire type kopiëren of in een ASCII bestand converteren. - TNC station: Wis niet meer benodigde bestanden. - Netwerk station: gebruik een ander netwerk station. - PLC station: Wis niet meer benodigde bestanden. Gebruik een bestaand bestand voor het geselecteerd bestands-proces. - TNC stations: Schakel de besturing uit en daarna opnieuw aan zodat de stations getest worden. Als het probleem blijft, benader dan de servicedienst van de leverancier. - Netwerk stations: Controleer de netwerk verbindingen en de computer die de directory ter beschikking stelt. - Geef het bestandsproces voldoende tijd voordat u met "END" afbreekt. - Voer het bestandsproces uit op de achtergrond. - Bij het overschrijden van de tijdslimiet op een netwerkstation: controleren of de server ingeschakeld is en op de toegang reageert. - Wacht totdat achtergrond processen zijn afgerond. - Als het probleem blijft, benader dan de servicedienst van de leverancier. - ASCII-bestanden naar een netwerk station kopiëren en daar met een editor, die geen beperking van de regellengte kent, de regel inkorten. - Binair gecodeerde TNC bestanden moeten van een externe bron naar de TNC gekopieerd worden, nadat u de inhoud van het bestand gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd heeft. - Bestaande bestand voor de geselecteerde bestandsbewerking gebruiken. - Het .HU-programma op ontbrekende puntentabellen controleren en de ontbrekende bestanden herstellen of inlezen. - Indien nodig, de real-time applicatie starten. - Als het probleem blijft, benader dan de servicedienst van de leverancier. - Controleer de gegevens. - Als het probleem blijft, benader dan de servicedienst van de leverancier. Het wijzigen van het NC-regel formaat is alleen mogelijk als u de cursor op de regel opener plaatst. Niet meer benodigde of overbodige verbindingen afsluiten. Compileer het PLC-programma nadat de afloop van het TNC-programma is afgerond. Alle PLC bronbestanden op de TNC opslaan, omdat anders geen PLC-ondersteuning door de HEIDENHAIN servicedienst mogelijk is. Gerelateerde bestanden worden door de TNC automatisch beschreven en mogen daarom niet tegen schrijven beveiligd zijn. Gebruik de soft key om de schrijfbeveiliging op te heffen. - Hef de schrijfbeveiliging van het sectie bestand (*.SEC.DEP) op. - Reduceer de padnaam tot een toegestane totale lengte. - Wisselen van venster op een later tijdstip opnieuw uitvoeren, bijv. nadat u tussentijds een ander programma heeft geselecteerd. Hef de schrijfbeveiliging van het sectie bestand (*.SEC.DEP) op, omdat de TNC anders geen update van het sectie bestand kan doorvoeren. Dit is ook van toepassing als de programma secties momenteel niet op het beeldscherm getoond worden. - Selecteer een ander insteek type (verticaal insteken). - Gebruik een kleiner gereedschap. Selecteer in de werkstand automatisch de functie "RESTORE POS. BIJ N". Met de "ACCEPT AFBREEK PUNT" soft key kunt u naar de regel verplaatsen waar de onderbreking heeft plaatsgevonden en aansluitend de bewerking vanaf dit punt voortzetten. - Benader de servicedienst van de leverancier - Voer een fouttekst in. Andere waarde ingeven. Het in de foutmelding aangegeven bestand in de betreffende map op de harde schijf van de TNC beschikbaar maken. - Voer alle drie de ruimtehoeken in - Positie aanduidingen van de draaiassen op 0 stellen. - Motor of vermogensdeel in de corresponderende tabel invoeren. - Vraag HEIDENHAIN om een nieuwe motor- of vermogensdeel tabel. - Controleer de geprogrammeerde coördinaten en indien noodzakelijk, programma wijzigen. - Controleer het referentiepunt en indien noodzakelijk, referentiepunt opnieuw instellen. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading van de PLB 510 basis module - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading van de PLD 16-8 input/ output module (voor de betrokken uitgangen zie de rode LED bij X4 pin 1) Wijzig het PLC programma - Benader de servicedienst van de leverancier - Benader de servicedienst van de leverancier Bij actieve M128 of actieve FUNCTION TCPM mag u in de PLANE functie alleen de positie opdracht MOVE of STAY toepassen. In een CYCL CALL POS regel altijd alle drie de hoofdas coördinatoren X, Y en Z programmeren, waaraan de cyclus zal worden uitgevoerd. Programmeer een CYCL CALL POS regel met absolute coördinatoren X, Y en Z voor de incrementele CYCL CALL POS regel. Na een kinematica wissel kunt u een NC-programma alleen starten als u - het referentiepunt niet opnieuw heeft ingesteld - in alle hoofdassen X, Y en Z een nieuw referentiepunt heeft ingesteld - Besturing af laten lopen en machine uitschakelen. - Benader de servicedienst van de leverancier - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de formule in de oproep van Module 9226 Altijd rotatierichting DR programmeren. - Programmeer gereedschapsradius anders dan 0. - Programmeer kleinere afrondingsradius. Invoerwaarden nakijken. FK-sectie eenduidig oplossen door ingave van méér informatie. Programmeer FPOL even vóór de regel, binnen welke u de eerste keer poolcoördinaten toepast. FK-contour volledig oplossen. FSELECT-regel wissen. Gebruik CLSD- alléén met absolute as coördinaten. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. NC-programma aanpassen. Gereedschaps-radiuscompensatie alléén met rechte-regel activeren. Gereedschaps-radiuscompensatie alléén met rechte-regel beëindigen. Voer meer geometrische informatie in. Ingave in FK-sectie nakijken. NC-programma aanpassen. Relatieve verwijzing aanpassen. Relatieve verwijzing wijzigen. FK-regel met hulppunt uitbreiden. Start FK grafisch pas nadat het NC-programma is afgelopen. Reduceer de afmetingen van het ruwdeel. Grafische programmeerweergave vergroten. Grafische programmeerweergave verkleinen. Hou het zoomkader binnen het venster. - Inform your service agency - Check the software version - Indien mogelijk, NC-functie uit het programma verwijderen en vervolgens regelsprong opnieuw starten. - Als het hier een besturingsprogramma betreft voor het oproepen van verschillende deelprogramma's, start dan het gewenste deelprogramma afzonderlijk in de regelsprong. Geef een starttijd op die in de toekomst ligt. Genereer het gereedschap gebruik bestand op een later tijdstip. Selecteer opnieuw het NC programma en start opnieuw met de opbouw van de programmeer grafieken (RESET+START soft key) Elke programma loop in een SPAWN/SUBMIT job moet een mogelijkheid tot context wisseling bevatten (coöperatieve multitasking). Dit kan worden bereikt door oproep van een van de PLC-modulen 9260, 9262, 9263, 9212, 9216, 9217, 9108 of 9109. Op de proces monitor is de foutieve SPAWN/SUBMIT job te herkennen doordat deze over langere tijd de status "RUN+" heeft. - Benader de servicedienst van de leverancier als de fout opnieuw optreedt. - Benader de servicedienst van de leverancier Vergroot de radius van het gereedschap of de baan overlappingsfactor. Programmeer een baan overlappingsfactor tussen 0.1 en 1.414. Geef een cilinder radius anders dan 0 in. - Wijzig het PLC programma - Benader de servicedienst van de leverancier Sluit de patroon generator of de contour programmering af en aansluitend formulier ingave beëindigen (gegevens opslaan of niet) voordat u van bewerkingsstand wisselt. Voer het juiste bestandstype in. Eventueel de functie op een later tijdstip herhalen. Controleer of alle benodigde globale parameters aan de kop van het programma aanwezig zijn en zo niet, voer de ontbrekende parameters in. Globale parameters mogen maar een keer aan de kop van een programma gedefinieerd zijn. Controleer het programma en eventueel overtollige definities verwijderen. Completeer de programma kop. Programma test beëindigen en aansluitend in de werkstand smarT.NC wisselen. Een parallel bedrijf is op dit moment niet mogelijk. Definieer uitsluitend de rotatie positie van de referentie- as of van de neven-as. Gebruik een andere bestandsnaam. Voer de wijzigingen door in de bestaande programma kop. - M120 binnen de FK reeks wissen - M120 voor de FK reeks activeren Definieer de machine geometrie in een kinematica tabel. - Definieer de correcte draaias in het contour subprogramma. - Laat de kinematica tabel controleren door de leverancier. Controleer de kinematica tabel. Indien nodig contact opnemen met de leverancier. Controleer de kinematica tabel. Indien nodig contact opnemen met de leverancier. Selecteer ashoek ingave in de actieve kinematica tabel. Indien nodig contact opnemen met de leverancier. - Corrigeer de naam van het pad of het bestand in de OEM.SYS - Maak een toewijzingstabel. 3DROT in werkstand handmatige bediening activeren. In de actieve kinematica tabel de ruimtehoek ingave activeren. Indien nodig contact opnemen met de leverancier. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie - Controleer de besturings- hardware - Benader de servicedienst van de leverancier - Wijzig het PLC programma Test grafiek op later tijdstip uitvoeren. Formulier ingave in smarT.NC afbreken en dan in de werkstand programma opslaan / wijzigen de gewenste wijzigingen doorvoeren. Wijzigingen in de werkstand programma opslaan / wijzigen afbreken en vervolgens in de werkstand smarT.NC de gewenste wijzigingen doorvoeren. - Benader de servicedienst van de leverancier - Geef de optie voor deze regel eenheid vrij Het te wissen bestand mag in geen enkele andere werkstand actief zijn. Willekeurig ander bestand kiezen en het wissen opnieuw doorvoeren. - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de bedrading van de PL 510 - Controleer het aardings concept - Benader de servicedienst van de leverancier - Wis overtollige bestanden van de PLC partitie - Benader de servicedienst van de leverancier - Controleer de software versie Selecteer een ander bestand of open een nieuw bestand. Selecteer het bestand opnieuw met de toets PGM MGT. Gebruik verschillende label namen. Wijzig het NC programma: Gebruik verschillende label namen. - Wijzig de naam in de LBL CALL regel. - Subprogramma of programma sectie invoegen. Gebruik verschillende label namen. - Beëindig een eventueel opgestarte print opdracht uit dit apparaat in de werkstanden continu/enkele regel/MDI of programma test. - Sluit een eventueel geopende editor voor een bestand op dit apparaat. Voordat u een USB-apparaat verwijdert, plaatst u met bestandsbeheer in de werkstand programma opslaan/bewerken de highlight op het apparaat. Toets op de soft key "additionele functies" en vervolgens op de soft key voor het verwijderen van het USB-apparaat. - Parameter Q343=0 instellen (centreren op basis van een ingegeven diepte). - Punthoek in de kolom T-ANGLE van de gereedschap tabel TOOL.T definiëren. Toegestane definities: Q343=1 (ingegeven diameter actief): Q201 moet gelijk aan 0 zijn en Q344 moet ongelijk aan 0 zijn. Q343=0 (ingegeven diepte actief): Q201 moet ongelijk aan 0 zijn en Q344 moet gelijk aan 0 zijn. Indien nodig, zoekfunctie opnieuw starten en tot aan het einde van het zoekproces laten doorlopen. Selecteer opnieuw het programma en wacht totdat de TNC de weergave van de boomstructuur volledig heeft opgebouwd. - Ventilator verwisselen - Benader de servicedienst van de leverancier Restart the run. Splits het programma in twee of meerdere kleinere programma's. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de stroomvoorziening. - Benader de servicedienst van de leverancier. - Controleer de stroomvoorziening. - Stroomopname van de stroomverbruikers (meetsystemen) controleren. NC-programma aanpassen. Voor tangentiële FK-regel minstens twee positioneerregels met grijze baanfunctie-toetsen programmeren. Wijzig relatieve verwijzing. Voeg een coördinaat aan de FPOOL-regel toe. Gereedschap maatvoering is uitsluitend met positieve gereedschap radius mogelijk. Wijzig de radius in de gereedschap tabel Neem contact op met de machine fabrikant. Gebruik sleufpositie Q367=1, 2 of 3, wanneer u cyclus 254 met puntenpatrooncyclus 221 wilt afwerken. - Definieer bij SL-cycli 27 t/m 39 een lineaire as en een rondas in de eerste NC-regel van het contour-subprogramma. - Lees alleen programma's in die minder dan 100 NC-regels bevatten. - Koop de volledige versie van de programmeerplaats. De volledige versie kent geen beperking met betrekking tot de programmalengte. Neem hierover contact op met HEIDENHAIN Symbolische operanden in het PLC programma toepassen (#pragma nsc). Kies in het menu 3D Rot de instelling Actief of Niet actief om een preset te wijzigen. - Hef M114 op vóór Referentiepunt vastleggen met M115 - Definieer de functie Bewerkingsvlak zwenken met de bijbehorende hoeken - Start het PLC-programma. - Controleer MP7210 (alleen MP7210 <> 2). Benader de servicedienst van uw leverancier. Benader de servicedienst van uw leverancier. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. Wis overtollige programma's om geheugen-opslagruimte te vergroten. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. - Basisrotatie resetten - 3-D rotatie resetten. Benader servicedienst leverancier. Benader servicedienst leverancier. - Controleer machine-parameter 1140.x - Benader servicedienst leverancier. - MP1144.x controleren. - Mechanische bewegingsoverdracht controleren - Meetsysteembevestigingen controleren - Warmte-uitzetting van mechanische overdrachtscomponenten controleren (bijv. kogelrolspil) - Neem contact op met uw servicedienst. Regeleindeteken; in de opgegeven regel definiëren. Definieer maximaal 32 sleutelwoorden per regel. Gebruik alleen toegestane sleutelwoorden. Gebruik alleen toegestane commando's. Gebruik alleen toegestane formaatinstructies. Sluit de formaatbeschrijving met het teken " af. De maximaal toegestane lengte van een sleutelwoord bedraagt 32 tekens. Voer de index van het sleutelwoord in. Voer het vierkante haakje op de juiste plaats in. - Controleer de naam van het maskerbestand op schrijffouten. - Controleer of het maskerbestand in de juiste directory staat. - Het uitvoerbestand mag niet in de werkstand Programmeren geselecteerd zijn. - Maak de directory waarnaar moet worden weggeschreven. Bevestig de foutmelding met de toets CE en trek de assen terug. Deactiveer de botsingsbewaking via het softkeymenu voor handbediening en beweeg de assen voorzichtig tot buiten de gevarenzone. Let op de verplaatsingsrichting! - Neem contact op met uw servicedienst - Vervang de Profibus-master - Neem contact op met uw servicedienst - Maak bestand voor "MPFRAGMENTFILE =" of wijzig de invoer in OEM.SYS Corrigeer de waarde. - Neem eventueel contact op met de netwerkbeheerder - Wis eventueel DHCP uit de kolom ADDRESS en voer vervolgens de gegevens in Terugzetten is alleen voor de volgende kolommen mogelijk: RSV, LOCKED_ABOVE, LOCKED_BELOW, LOCKED_LEFT, LOCKED_RIGHT. Voer de verplaatsing ongelijk aan 0 in. Gebruik de functie alleen wanneer u de contourprogrammering vanuit een UNIT-programma hebt gestart. Vul het klembord eerst met de functie BLOK KOPIËREN of BLOK KNIPPEN. - Neem contact op met uw servicedienst - Neem contact op met uw servicedienst Eventueel treden er te hoge bewerkingskrachten op die tot een ontoelaatbare verlaging van het spiltoerental leiden. - Wijzig eventueel het toerental of de aanzet. - Verminder eventueel de snijdiepte - Gebruik ISO9660-formattering. Wanneer u een hub hebt aangesloten, kunt u de melding negeren. Treedt de melding meermaals op, zonder dat u een apparaat hebt toegevoegd of verwijderd, neem dan contact op met de servicedienst. - Update de ontwikkelingsversie van de NC-software (FCL): neem contact op met uw machinefabrikant. Beëindig de markeerfunctie om UNIT te kunnen bewerken. Definieer voor het actieve gereedschap het aantal tanden in de kolom CUT. van TOOL.T ongelijk aan 0. De handwiel-override met M118 in combinatie met botsingsbewaking is niet toegestaan. Verwijder M118 uit het NC-programma of deactiveer de botsingsbewaking. In smarT.NC mogen alleen puntentabellen worden bewerkt, als er een puntentabel van het bestandstype .HP beschikbaar is. Maak eventueel een nieuw .HP-bestand of wijzig het bestandstype in .HP. Deactiveer voor het handmatig positioneren van de niet-gestuurde (alleen weergegeven) as M128 of FUNCTION TCPM, of positioneer de as handmatig weer binnen de tolerantie. Raadpleeg het logboek van de TNC voor meer informatie over de foutoorzaak. Als u het logboek wilt laten weergeven: voer het wachtwoord LOGBOOK in de extra werkstand MOD in. FCL-functies zijn na een software-update standaard geblokkeerd. Door invoer van het sleutelgetal 65535 in het menu SIK kunt u deze functies gedurende een bepaalde periode voor testdoeleinden vrijschakelen. Door invoer van een sleutelgetal dat tegen betaling verkrijgbaar is, kunt u FCL-functies permanent vrijschakelen. Neem hiervoor contact op met uw machinefabrikant of met HEIDENHAIN. Neem contact op met uw machinefabrikant of met HEIDENHAIN voor de aanschaf van de software-optie. Laat het DXF-bestand in het formaat AutoCAD R12 (AC1009) uitvoeren. Als de fout vaker optreedt, probeer dan het DXF-bestand met een ander CAD-systeem te maken. Wacht totdat de statuswijziging is uitgevoerd. Uw machine voldoet niet aan alle voorwaarden voor de door gekozen functie. Neem eventueel contact op met uw machinefabrikant. Selecteer het bestand in de werkstand smarT.NC en bewerk het. Gebruik in een NC-programma beide functies niet gelijktijdig. HEIDENHAIN adviseert het gebruik van de functie FU of FZ, omdat u de aanzet hier direct in inch/omw of inch/tand kunt invoeren. Om de werkstand smarT.NC te kunnen activeren, kiest u via de MOD-functie de cyclus-setup "iTNC 530 (340 490)". Programmeer de eerste positie in de PATTERN DEF-regel in principe altijd absoluut. Stel machineparameter 6165 = 1 in (MOD-functie, sleutelgetal 123) en kalibreer daarna het tastsysteem opnieuw. Neem contact op met uw servicedienst Neem contact op met uw servicedienst Neem contact op met uw servicedienst - Laat de toets(en) los of controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst - Laat de toets los of controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst - Laat de toets los of controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst - Laat de toets los of controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst - Laat de toets los of controleer de bedrading. - Neem contact op met uw servicedienst - Sluit de deur(en) of controleer de bedrading - Neem contact op met uw servicedienst Controleer de geprogrammeerde waarden in de maatfactorcycli. - Voer de diepte negatief (cyclus 204: positief) in, om de cyclus uit te voeren - Zet in machineparameter suppressDepthErr op "off", om de cyclus in positieve richting (cyclus 204: negatieve richting) af te werken. - Programmeer een TOOL CALL-regel met opgave van de gereedschapsas (DIN/ISO: selectie van vlak G17 - G20) - controleer MP7300 Controleer of de volgende punten veilig kunnen worden benaderd. - Vrijgavetoets loslaten - Ingangen controleren - Vrijgavetoets loslaten - Ingangen controleren NC-programma wijzigen Coördinaten van het min-punt kleiner dan de coördinaten van het max-punt invoeren. In de programmakop (UNIT 700) onder opties een nulpunttabel invoeren, waaruit de nulpunten moeten worden gekozen. Bewaking van het werkbereik voor de programmatest activeren: > MOD-functie kiezen > Functie ONBEW. WERKST. IN WERKBER. kiezen > Met softkey bewaking van het werkbereik activeren De maximaal toegestane tekenlengte mag de 2047 tekens niet overschrijden. - Gereedschapsnaam gebruiken. - Neem indien nodig contact op met de machinefabrikant - Gereedschapsnummer gebruiken. - Neem indien nodig contact op met de machinefabrikant Berekening controleren, NC-programma wijzigen Berekening controleren, NC-programma wijzigen Berekening controleren, NC-programma wijzigen Berekening controleren, NC-programma wijzigen Upgrade-functies zijn na een software-update standaard geblokkeerd. Door invoer van het sleutelgetal 65535 in het menu SIK kunt u deze functies gedurende een bepaalde periode voor testdoeleinden vrijschakelen. Door invoer van een sleutelgetal dat tegen betaling verkrijgbaar is, kunt u FCL-functies permanent vrijschakelen. Neem hiervoor contact op met uw machinefabrikant of met HEIDENHAIN. Het argument van de arc-cosinus moeten tussen -1 en +1 liggen. Het argument van de arc-sinus moet tussen -1 en +1 liggen. Voor een preset-verandering M128 of FUNCTION TCPM terugzetten. - Via functie UPDATE DATA (>MOD, >123, >ENT, >MOD) Patroonbestanden naar de directory TNC:\ kopiëren - Werkstukmateriaal definiëren met WMAT-regel - Gereedschapsmateriaal definiëren in de kolom TMAT van de gereedschapstabel - Snijgegevenstabel definiëren in de kolom CTD van de gereedschapstabel - Snijgegevenstabel aanvullen met de desbetreffende combinatie van gereedschap- en werkstukmateriaal. Let op het gebruik van hoofdletters/kleine letters. De invoer in het service/support-bestand in OEM.SYS moet worden gewijzigd of het service/support-bestand moet worden gewijzigd of gemaakt. Neem contact op met uw machinefabrikant. Het instellen van een stop via de data-interface is alleen toegestaan in de werkstand Automatische programma-uitvoering. Ten minste een van de cyclusparameters IX, IY of IZ moet met een andere waarde dan 0 worden gedefinieerd. - Kleinere waarde voor toerental S invoeren. - Maximumtoerental wijzigen in de kolom NMAX van de gereedschapstabel TOOL.T. Het wijzigen van stationsnamen is niet mogelijk. Het kopiëren van stations is niet mogelijk. Het verwijderen van stations is niet mogelijk. - Bestand kan alleen extern worden verwerkt. - Bestand is in onjuist formaat opgeslagen. - Stel de spil af - Vervang de hardware - Neem contact op met de klantenservice - Stel de assen af - Vervang de hardware - Neem contact op met de klantenservice Wanneer de functie FUNCTION TCPM AXIS SPAT actief is, kan in principe alleen opnieuw naar een plaats in een programma worden gegaan via de functie Regelsprong. Gebruik de softkey REGELSPRONG. Programmeer de toegestane as, raadpleeg eventueel het machinehandboek. Controleer de programma-instellingen binnen TNCopt. Bevestig de foutmelding en probeer het opnieuw. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutmelding opnieuw verschijnt. - Start de besturing opnieuw. - Neem contact op met HEIDENHAIN als het probleem blijft bestaan. Om het helpsysteem te kunnen starten, moet het interne geheugen van uw hardware worden uitgebreid. Neem hiervoor contact op met uw machinefabrikant. Functie M141 niet bij ingeschakelde botsingsbewaking gebruiken. Neem contact op met uw servicedienst - Installeer de vrijgegeven software - Gebruik een geschikte regelaareenheid - Neem contact op met uw machinefabrikant. - Neem contact op met HEIDENHAIN als het probleem daarna nog niet is verholpen. - Hardwarefout - Neem contact op met de klantenservice - Hardwarefout - Neem contact op met de klantenservice Probeer de gegevensovername op een later tijdstip opnieuw. Verwissel lineaire assen alleen met andere lineaire assen en rotatie-assen alleen met andere rotatie-assen. Verwissel de assen op een eenduidige manier. Verwissel de assen op een eenduidige manier. Controleer de ingevoerde waarden. U mag alleen tijdens een stop de globale programma-instellingen wijzigen. Herhaal de gevolgde bedieningsvolgorde op een later tijdstip. Neem contact op met de servicedienst als de fout vaker optreedt. De TNC heeft de door u gedefinieerde overbelastingsreactie uitgevoerd. Controleer eventueel de oorzaak, bijv. slijtage of breuk van het gereedschap, en start het programma opnieuw. Controleer de amplitude van het positiemeetsysteemsignaal. Controleer de amplitude van het positiemeetsysteemsignaal. Controleer de ingangsfrequentie van het positiemeetsysteemsignaal. Benader servicedienst leverancier. Gebruik PLANE AXIAAL alleen in combinatie met actieve rotatie-assen. - Softwarefout - Neem contact op met uw servicedienst. Controleer tabeldefinitie. - Hardwaredefect - Neem contact op met uw servicedienst De TNC deactiveert automatisch alle actieve programma-instellingen. Indien nodig moet u de instellingen weer activeren als u in de werkstanden Programma-uitvoering regel voor regel of Automatische programma-uitvoering verder werkt. Selecteer binnen de werkstand smarT.NC alleen de volgende bestandstypen: - .HU voor unitprogramma's - .HP voor punttabellen - .HC voor contourprogramma's - .DXF voor extern gemaakte tekeningen - Voer wijzigingen alleen in gestopte toestand uit. - Wijzig AFC-instellingen nadat u het programma gestopt (interne stop) en met de toets PGM MGT opnieuw geselecteerd hebt. De programmeerplaats iTNC kan bij het herstellen van de machinestatus geen NC-macro's verwerken, laat eventueel PLC-programma aanpassen. - Neem contact op met uw machinefabrikant. - Neem contact op met HEIDENHAIN als het probleem daarna nog niet is verholpen. - Neem contact op met uw machinefabrikant. - Neem contact op met HEIDENHAIN als het probleem daarna nog niet is verholpen. - Neem contact op met uw machinefabrikant. - Neem contact op met HEIDENHAIN als het probleem daarna nog niet is verholpen. Neem contact op met uw servicedienst. Neem contact op met uw servicedienst. Het interne geheugen van uw besturingshardware naar ten minste 256 MByte uitbreiden. Neem hiervoor contact op met uw machinefabrikant. Globale programma-instellingen opheffen en palletbewerking opnieuw starten. De functies M128 en Assen blokkeren mogen niet gelijktijdig actief zijn. De functie Assen blokkeren of M128 uitschakelen. - Positioneergedrag TURN gebruiken - Positioneergedrag STAY gebruiken en in de volgende NC-regel de rotatieassen naar L A+Q120 B+Q121 C+Q122 verplaatsen

Wyszukiwarka

Podobne podstrony:
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPBE
ERRHLPBE
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPUR
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPUR
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPUR
ERRHLPBE
ERRHLPUR

więcej podobnych podstron